dinsdag 30 juni 2015

Langs het aquaduct van Vorno naar Lucca

Zondag 28 juni bezoeken we Cecina. Ondertussen weten we dat je het uitspreekt als sjesjina en. Iet als tsjetsjina. Nooit te oud om te leren. Aldo staat er op de "antiek" markt, maar het is heel erg rustig. Wij lopen door naar Cecina Mare en gaan daar lekker pasta met gamba's en zeevruchten eten. 
Het blijkt een leuk badplaatsje dus volgende keer gaan we hier naartoe i.p.v. Naar Marina di Pisa.

Maandag
In de cassette met wandelingen heb ik een interessante route gevonden in de buurt van Lucca. Deze wandeling vereist wel een beetje planning want het is geen rondwandeling. We moeten dus eerst op het beginpunt van de wandeling zien te komen, de auto zetten we bij het eindpunt in Lucca. Op die manier zijn we in ieder geval aan het eind van de wandeling niet afhankelijk van een bus die op vaste tijden (en vaak maar heel zelden) gaat.

Via internet heb ik ondertussen uitgevonden dat er om 9 uur en 13:15 een bus gaat van Piazzale Verdi in Lucca naar Vorno. Nou vinden we 9 uur wat vroeg want dan moeten we voor dag en dauw op dus besluiten we de middag bus te nemen. Het is een wandeling van 10 kilometer, zo'n 3 uurtjes dus dat moet kunnen.

We komen ruim op tijd aan in Lucca en gaan eerst even verkennen wasr de bus vertrekt. We worden vriendelijk geholpen en krijgen gelijk 2 kaartjes mee. Het duurt nog 1,5 uur voor de bus vertrekt dus ondertussen wandelen we nog even door Lucca. We kennen Lucca vrij goed maar het blijft een leuke plaats. Een kwartier van te voren zijn we terug bij het busstation waar we alvast onze meegebrachte broodjes opeten, want straks moet er direct gewandeld worden.

We vragen wat rond welke bus we moeten hebben en een oudere dame die in Vorno woont neemt ons als het ware onder haar vleugels. Ze kent de bar Bimbotto, waar onze wandeling begint goed want ze woont er tegen over. Onderweg wijst ze ons nog even het aquaduct waar we straks langs moeten lopen. Even later kruist de bus onder het aquaduct door. Daarna gaan we de heuvels in. Op een gegeven moment komen we in een leuk klein dorpje. Dit blijt onze bestemming. De oude dame neemt met een vriendelijk "buona passeggiata" afscheid van ons en we zwaaien nog een keer vriendelijk naar de buschauffeuse.


Langs een leuk klein kerkje lopen we via een asfaltweggetje verder de heuvel op. Na ca 800 meter verlaten we de asfaltweg en klimmen (bijna klauteren) we via een stijl, stenig smal pad door het bos en struikgewas omhoog. Ik let dit keer goed op waar ik mijn voeten plaats, ik heb wel even voldoende ontmoetingen met slangen gehad. 500 meter later bereiken we hijgend en puffend een strade bianca (onverhard pad) dat we zo'n halve kilometer naar beneden volgen. Dan slaan we links naar beneden een bospad in. Via diverse, goed bewandelbare bospaden dalen we langzaam af richting het water.


Op een gegeven moment steken we een heel klein stroompje over en zien we diverse kleine cisternes in het bos liggen. We lopen nu lang een met bakstenen afgezette waterloop en komen om de tiental meters kleinere en grotere cisternes tegen. Dit is duidelijk het begin van de watertoevoer voor het aquaduct. Over een grassig pad lopen we langs de duidelijk door mensenhanden aangelegde waterloop. 
We komen langs mooie antieke cisternes en lopen op ons gemak naar beneden. 



Hier en daar kruisen vlakke en gebogen bruggetjes de waterloop en uiteindelijk komen we bij een grote villa. Hier peuzelen we op een bruggetje onze lastste broodjes op. We passeren de villa aan de rechterkant en we lopen om een hele grote cisterne heen. Hier loopt de waterweg ondergronds verder en af en toe zien we het deksel van een cisterne. We volgen het tracė van het aquaduct. Op een gegeven moment staan we een 15 tal meters boven het maaiveld bij een grote cisterne. Vanaf hier start het daadwerkelijke aquaduct. Via een paadje lopen wij naar beneden en dan kijken we ineens huizenhoog op tegen het Romeinse Aquaduct. Bogen zover het oog strekt. We rekenen uit dat om de bijna 3,5 km van het aquaduct naar Lucca er ongeveer 600 bogen moeten zijn. Ca. 350 meter verder komen we bij een water tappunt. Een meneer is bezig ettelijke flessen te vullen (zoals wij ook bij ons moderne watertappunt in Peccioli doen) maar laat ons galant eerst onze 500ml flesjes vullen met heerlijk koel water. Zalig op zo'n warme dag.



We lopen ca. 3,5 km langs her aquaduct en na ca. 2,5 km steken we de tolweg over via een loopbrug. Daarbij hebben we een prachtig uitzicht op de bogen van het aquaduct die zich tot in de verte uitstrekken. Af en toe passeren we een weg die al van te voren wordt aangegeven dor een soort grenszuilen langs het pad. Gelukig komen we ook nog een paar tappunten voor koel water tegen. Het is vandaag zeer warm (34 + graden) dus af en toe wat koel vocht is zeer welkom.



Het aquaduct eindigt bij "il tempietto pendente" (het scheef gezakte tempeltje), een enorme en prachtige cisterne die vroeger het eindpunt van het aquaduct vormde en het distributiestation voor de stad Lucca. Het is nog steeds een prachtig gebouwtje, maar helaas afgezet met van dat lelijke oranje plastic dat ze hier in Italië zo vaak op bouwterreinen gebruiken.

Als we verder wandelen staan we bij de laatste watertap die zich bij het station bevindt. Via het station lopen we naar de ringmuur om Lucca en vandaar besluiten we de stad in te lopen in plaats van de omwalling te volgen tot de parkeerplaats. We hebben nu wel trek in een ander drankje dan water....


Godenwijn, abdijbier en geneeskrachtig water

De komende dagen gaan we een paar dagen op pad richting Zuid Toscane, de Val d'Orcia en Umbrië (Castiglion del Lago). Einddoel is onze vriendin Sylvietta (Sylvia) van der Male opzoeken, die tegenwoordig in Umbrië werkt en woont. 
Voor wie nog eens naar Umbrië op vakantie wil: Neem contact op met Sylvia, via haar bedrijf Villa in Umbria regelt ze de leukste vakantiehuizen en aktiviteiten. (Www.villainumbria.com), ook houden ze een leuke blog bij met informatie over Umbrië waar je je op kunt abonneren: http://www.villainumbria.com/nl/umbrie-blog.

We vertrekken om 9 uur en nemen nog even snel een cappuccino en dolce bij de bar in Fabbrica. Helaas zijn ze daar wel aardig bij de bar maar volgens mij is de bar het afgelopen jaar van uitbaters veranderd en nu maken ze verreweg de minste cappuccino in de buurt. Jammer, want dit was toch wel onze favoriete stop voor tochtjes waarbij we via Fabbrica vertrekken.

Het landschap maakt dan wel weer veel goed, zodra je Fabbrica uit bent en richting Volterra (of San Gimignano) rijdt dan zit je midden tussen de goudkleurige heuvels. Schitterend.
Even voorbij Siena bereiken we de SS2, de strada statale die, voor een deel, nog één van de oude tracées van de orspronkelijke Romeinse hoofdwegen volgt, namelijk de oude via Cassia. (Een ander tracée van een oude Romeinse weg hier in de buurt is de via Aurelia) De weg slingert zich door het pittoreske landschap en we komen langs sfeervolle plaatsen als Buonconvento. Hier zijn we een paar jaar geleden al geweest, dus dit keer stoppen we hier niet. Ik kan echter een bezoek aan dit leuke plaatsje van harte aanbevelen.


Zo'n 10km verder rijden we het fantastisch mooie landschap van de Val d'Orcia binnen en verlaten we de via Cassia in de richting van Montalcino. Dit dorp is vooral bekend door de strijd tussen Florence en Siena en natuurlijk vanwege de wijn, de heerlijke Brunello di Montalcino en de iets eenvoudiger en minder gecompliceerde Rosso di Montalcino.
Montalcino was waarschijnlijk al bewoond ten tijde van de Etrusken en wellicht al sinds het Paleoliticum. Bekend werd het echter door de diverse belegeringen door de Medici en door de legers van Siena. De eerste vermelding van de plaats is in een document waarbij Lodewijk de Vrome (zoon van Karel de Grote) het grondgebied schenkt aan de abdij van Sant'Antimo (zie verderop).

In 1260 kwam het dorp onder heerschappij van Siena na de slag bij Montaperti. De Sienesi hadden het lang voor het zeggen maar regelmatig braken er schermutselingen uit tussen de rivaliserende steden, waarbij de ene keer Siena de overhand had en de andere keer Florence (de Medici). In 1555 kwam de stad definitief onder de heerschappij van de Medici. Het was het laatste bastion van Siena dat viel, dit is ook de reden dat tijdens de beroemde Palio van Siena het vaandel van Montalcino altijd wordt meegevoerd.



Montalcino is een leuk, niet al te groot stadje waar het toerisme vanzelfsprekend vooral in het teken van de beroemde wijn staat. We vinden een leuk klein restaurantje waar we heerlijke crostini en pasta eten. Tortellini met ragout di cinghiale (wildzwijn) voor Paul en ravioli met tartufo en noci (truffel en walnoten) voor mij.


Na de lunch lopen we nog even door de kronkelende straatjes en brengen nog een bezoekje aan de Rocca, het kasteel waarvan de bouw in 1361 begonnen werd. Eigenlijk waren dit soort verdedigingswerken door de opkomst van de artillerie in de 15e eeuw al overbodig. Maar desondanks werd het toch nog bij diverse belegeringen van de staf in de eeuw daarna verdedigd. 

Na het bezoek aan de Rocca rijden we door het prachtige landschap (een soort patchwork deken van diverse lapjes landbouwgrond in diverse kleuren) richting de abdij van Sant'Antimo. Dit is een schitterende Benedictijner abdij in Romaanse stijl die, zoals de gidsen dat zo mooi noemen, "in splendid isolation" midden in het Toscaanse landschap van velden, olijfgaarden en beboste hellingen ligt. 


De abdij bestond in ieder geval al in 841 en volgens de overleveringen zou de abdij gesticht zijn door Karel de Grote toen de maagd Maria hem een kruid aanwees dat hij moest drogen en waarvan hij thee moest trekken zodat zijn legers gered werden van een vervelende ziekte met buikloop en overgeven. De kans is groot dat het koken van het water overigens meer effect heeft gehad dan het trekken van de thee van de gedroogde kruiden. Een reden waarom men in die tijd ook vooral bier (aanzienlijk minder sterk overigens dan nu) dronk in plaats van water.
Hoe dan ook, de manschappen waren van hun buikloop af en Karel de Grote stichtte uit dankbaarheid de abdij. (Vooropgesteld dat het verhaal klopt natuurlijk, want die monniken waren indertijd ook al vrij goed in het bedenken van PR verhalen).


Hoe dan ook, de abdij was gunstig gelegen op een kruispunt van diverse pelgrimsroutes en had daardoor veel aanloop. Met name de ligging aan de Via Francigena, de pelgrimsroute naar Rome, droeg bij aan de populariteit en inkomsten. Na ca 1220 echter, toen de invloed van Siena groter werd raakte het klooster uit de gratie en verloor het veel van haar grondgebied. Na 1493 stond het klooster bijna 500 jaar leeg en werd het gebruikt als bron voor bouwmateriaal voor andere gebouwen. Tegenwoordig is de abdij weer bewoond, door een groepje preamonstratenzer monniken, geimporteerd uit Frankrijk.


Van het oorspronkelijke klooster is weinig over, maar de kerk is in al haar glorie hersteld. De zuilen hebben mooie kapitelen, waarvan er één duidelijk uitspringt, een kapiteel met een scene van Daniel in de Leeuwenkuil. Deze deed me heel sterk denken aan de prachtige kapitelen die we in de Bourgogne, in Cluny hebben gezien. Niet zo verwonderlijk aangezien bleek dat deze is gemaakt door de zogenaamde meester van Cabestany die ook veel kapitelen maakte voor Benedictijner kerken in Frankrijk en Spanje.

Na het bezoek aan de abdij nemen we het zekere voor het onzekere en nuttigen we in het winkeltje waar ze boekjes verkopen over het complex maar snel een abdij biertje, je weet maar nooit met dat water...


We besluiten de dag af te sluiten met een bezoek aan Bagno Vignone. Een plaatsje dat ons altijd van harte wordt aangeprezen door onze vriend Dick van Loon (http://www.italie.viadick.nl). 



Bagno Vignone is een heel klein plaatsje, eigenlijk een gehucht, bij San Quirico d'Orcia dat op zich niet zo bijzonder zou zijn, ware het niet dat de Medici hier een Renaissance bad met thermaal water aanlegden dat het hart van het dorp vormt. Waar andere plaatsen een centraal plein hebben heeft dit dorpje een enorme "piscina" compleet met kapelletje, een loggia met bogen en diverse Palazzi die om het thermaalbad (La Piazza delle Fonte) gegroepeerd zijn. Het bassin is 29 bij 49 meter en volledig ommuurd.
Overigens waren de Medici niet de eersten die de geneeskrachtige werking van get eaterr ontdekten want Bagno Vignone is al sinds de Romeinse tijd bekend om de helende werking van het water.


Niet zo verbazingwekkend overigens dat de Medici dit thermaalbad aanlegden als je weet dat het sulphur houdende water vooral een goede remedie is tegen o.a. reuma en dat diverse telgen van de Medici familie gebukt gingen onder zware jicht aanvallen (een ziekte die sterk verwant is aan reuma). Ook Pius II en Catharina van Siena kwamen hier een bad nemen.


Het hete water bubbelt nog steeds omhoog in de ondertussen weer volledig in de oude glorie gerestaureerde "piscina" maar tegenwoordig is het streng verboden om in het water te komen.
Er zijn echter nog wel enkele hotels met een eigen zwembad en aan de voet van de heuvel zijn diverse herstelde basins waar het mogelijk is om een gratis bad te nemen in het, behoorlijk onwelriekende, water.


Wij stellen ons echter te vreden met een aperitivo met uitzicht op het pittoreske centrale bassin en daarna een lekker diner bij Osteria del Leone.

zaterdag 27 juni 2015

Bakvissen en beugelbekkies


Vrijdag hadden we een lekkere rustige dag zonder aktiviteit. We eten alle overgebleven antipasti van de afgelopen week op als lunch en luieren wat bij het zwembad. 
In een doos in de kast heb ik mijn opblaas tompouche van de Hema weer teruggevonden. Die wordt net zo snel slap als de echte Hema tompouchen, maar met af en toe wat lucht bij blazen kun je er nog heerlijk in het zwembad op rond dobberen. Paul komt behalve door zijn 50 baantjes zwemmen ook nog wel aan zijn beweging als Samuel, de boven buurjongen zich meldt, tijd om te voetballen en nee is geen acceptabel antwoord.

Zaterdag zetten we onze ontdekkingstocht naar de plaatsen in de buurt voort. Dit keer is Ponsacco aan de buurt. In een folder over de Val d'Era heb ik gezien dat je daar ergens een korte, bewegwijzerde natuurwandeling kunt doen met uitleg over de omgeving. Het is alleen niet helemaal duidelijk waar de wandeling start. Na een rondje door Ponacco gaan we naar de meubel expo (Ponsacco staat bekend als het meubelcentrum van Toscane) waar ook het lokale VVV gevestigd is. Een vreselijk aardige meneer geeft ons allemaal folders van restaurants en agriturismi mee, want hij heeft al snel door dat de liefde bij ons toch vooral door de maag gaat. 

Het natuurwandelpad vinden we uiteindelijk niet en de Medici Villa waar we naartoe wilden blijkt maar 1 zondag in de maand toegankelijk maar we eindigen wel ergens in de middle of nowhere, op een heuvel tussen de olijfgaarden bij een agriturismo waar we een heerlijke antipasto en pasta voorgezet krijgen. We babbelen gezellig even met één van de eigenaren en de honden en katten komen er gezellig bij liggen. Bovendien maken ze er ook nog eens heerlijke wijn, dus met nog twee extra flessen vertrekken we na een paar uurtjes weer om even thuis te gaan afkoelen in het zwembad.

'S Avonds gaan we terug naar Ponsacco voor het Bluesacco festival, een blues festival op locale schaal. Als we aankomen is er een side act die meer country dan blues spelen, maar bij de locale bakker serveren ze heerlijke hapjes, dus we houden het wel uit. Na de maaltijd delen we een heerlijke, versgebakken, nog warme ciambella (soort donut). 
Ondertussen is de opwarmer voor de hoofdact begonnen, een blues groep. De zanger/gitarist is enorm goed, maar de bassist en drummer hebben ze zo uit de wijnvelden weggehaald. 
Toch klinkt het door de kwaliteit van de zanger enorm goed. Jammer dat het plein nog steeds half leeg is.

Daarna komt de hoofdact, ene Emma Morton, die blijkbaar dit jaar de X-factor in Italië heeft gewonnen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar al het volk (met name vrouwelijk) onder de 18 jaar in Ponsacco duidelijk wel. Ineens staat het hele plein vol met meisjes met beugeltjes die idolaat kijken naar een jonge zangeres begeleid door oude knarren. De iPhones en andere smartphones zijn niet uit de lucht te slaan en twitter en andere social media slaan volgens mij op tilt. Wij vinden de muziek wel aardig maar toch snap ik alle fuss niet. Van mij mag de blues groep weer terug komen. Dat vindt blijkbaar ook de locale chapter van Satudarah Ponsacco want de motorclub verlaat halverwege het concert vrij luidruchtig het plein. Dan vinden ook wij het welletjes en keren terug naar Montecchio.


donderdag 25 juni 2015

Badia a Passignano

Na een dagje luieren en lekker pasta met Vongele en Cozze eten aan het strand van Tirrenia, bij Bagno Rosalba, is het wel weer eens tijd voor wat aktiviteit.

Voor het eerst deze vakantie zetten we daarom de wekker zodat we bij tijds vertrekken richting Badia a Passignano. We hebben het helemaal gepland, een wandeling van ca. 2,5 uur door de heuvels en wijnvelden rond deze prachtige abdij. Het gebied kennen we van vroeger want 27 jaar geleden liepen we hier al naartoe vanuit San Donato in Poggio waar vrienden een huis hebben. Indertijd keken dorpsbewoners die ons tegen kwamen vreemd op als ze ons zagen lopen en vroegen dan "is jullie auto kapot, willen jullie een lift?". Ze begrepen er niets van als we vertelden dat we voor ons plezier aan het wandelen waren.

Ik heb de indruk dat ook Italianen tegenwoordig wat meer wandelen, maar dat kan ook een vertekend beeld zijn omdat wij meestal mensen tegen komen die lid zijn van de CAI (club alpino Italiano).
Afijn, 10:35 lopen we de parkeerplaats af en de smalle, geasfalteerde zijweg op. We hebben al snel een prachtig uitzicht op de achterkant van de Badia en op de druivenranken die ons bijna 360 graden omringen. 


De asfaltweg gaat over in een strada bianca en later weer in een asfaltweg. Een eind verderop slaan we een veldweg in die we ettelijke kilometers volgen langs een aantal boerdetijen en agriturismi. Tot nu toe is de route eenvoudig te volgen.
Helaas is de situatie bij Casa Brizzi wat onduidelijk, temeer daar er volgens mij wat paden bij gekomen zijn. Blijkbaar hebben we daardoor toch een verkeerde weg genomen want op een gegeven moment komen we bij een geheel tot toeristen verblijf verbouwde Frantoio (olijvenperserij) die verbouwd is tot een aantal vakantie appartementen en woningen (Frantoiano Cottage). Hierover staat niets in de beschrijving en de "case" waar we wel langs hadden moeten komen kennen ze hier niet. De grafische weergave van Endomodo van hoe we hebben gelopen lijkt ook alleen het eerste deel op het plaatje in het wandelgidsje.

Volgens mijn berekening zijn we te veel in zuidelijke richting doorgelopen.
Ik probeer bij 1 van de appartementen of er iemand is en als ik in (vind ik zelf) rap Italiaans uitleg dat we hulp nodig hebben omdat we de weg kwijt zijn blijkt het appartement bewoond te worden door een Belgische dame. Ze laat ons trots de verbouwde appartementen zien waarvan er één nog een enorme oude schouw heeft. Volgens haar moeten we de route weer kunnen oppikken als we om het zwembad heen lopen. Daar aangekomen zien we echter geen pad. We lopen weer terug en pakken een weg die links naar beneden leidt. Volgens mijn gevoel een beetje uit de route. Afijn, de weg blijt in ieder geval alleen naar een huis te leiden. We gaan dus weer terug en worden nu geholpen door 2 werklui die aangeven dat we tussen de vakantiewoningen door moeten lopen. Dat leidt weer naar dezelde plek maar nu komen we bij 2 Italiaanse dames die ons vertellen dat het pad een beetje verscholen ligt, met een soort slagboom ervoor. Via dat pad kunnen we naar de rivier wandelen, we komen dan wellicht niet helemaal op onze route uit maar als we vervolens de rivier maar aan onze linkerhand houden moeten we vanzelf een keer bij de Mulino dell' Abate uitkomen die op onze route ligt.

Zo gezegd, zo gedaan en via een grassig pad komen we heuvel afwaarts inderdaad bij de rivier uit. Volgens de Endomondo lopen we ook weer min of meer richting Badia dus vol goede moed gaan we weer verder. Het was overigens wel een mooi stuk zo dwars door het veld met allerlei wilde bloemen. Helaas hebben we wel 2km en ruim een uur rondjes lopen draaien bij de Frantoio waardoor we flink achterlopen op schema. 

Het is een fijn breed pad dus ik loop op mijn gemak langs de wegkant om me heen te kijken en te genieten van het ruisende water van de rivier als ik opeens geritsel voor me hoor en beweging uit mijn ooghoeken zie voor mijn voeten. Met een gil en een enorme sprong sta ik ineens aan de andere kant van de weg: ik was bijna met mijn schoen op een forse slang gaan staan. Het beest is ca. 1.30 lang en heeft een behoorlijke taille zeg maar, met zwarte strepen op zijn rug. Ik weet niet weer er erger geschrokken is, ik of de slang maar met een paar flinke slingers in zijn lijf glibbert hij snel het struikgewas in, richting het water.

Uiteindelijk komen we inderdaad bij de Mulino dell' Abate. Vanaf hier pakken we pnze route weer op en lopen we even later door het bos via diverse smallere paden verder. Na enige tijd komen we bij een met kreupelhout en hoge veldbloemen begroeide open ruimte in het bos. Hier schrikken we een koppeltje damherten op die met een paar enorme sprongen het bos in verdwijnen.

Nog nagenietend van deze close encounter met de locale fauna, die ons een stuk beter is bevallen dan de ontmoeting met de slang, bereiken we even later het asfalt weggetje dat naar de Badia loopt. Ondertussen is het na 2 uur en hoewel we een beetje versnellen is het toch nog wel zo'n 20 minuten lopen. Daarbij genieten we natturlijk wel van het spectaculaire uitzicht op de Badia.



Aangekomen bij de Bottega del Badia blijkt dat de keuken daar tot kwart over 2 open is en ondertussen is het 14:23. Helaas zijn ze onverbiddelijk. Jammer, want het ziet er enorm goed uit. 😠



We lopen snel door naar de Scuderie, het simpeler zusje van het restaurant, dat tot half 3 open is. Daar willen ze ons nog wel van voedsel voorzien, maar de kok moet naar zijn siesta, dus alleen nog koude schotels. Gelukkig is de hartige cheesecake van pistache heerlijk, dus komen we niet om van de honger. Wel jammer, want een uitgebreide lunch in het goede restaurant was toch wel een van de belangrijkste redenen om deze tocht voor vandaag uit te zoeken. 



Afijn, goede reden om nog een keer terug te gaan, wellicht met onze vrienden Jan en Jet als zij "a casa" zijn of anders in combinatie met een andere leuke wandeling in de buurt. Zo te zien zijn er uitgezette routes zat.


dinsdag 23 juni 2015

Villa Saletta, la villa fantasma

Dinsdag, marktdag in Peccioli. Voordat we een lekker kopje cappuccino gaan drinken bij Ferretti moeten we echter eerst wat zaken regelen. Eerst naar la Rosa om mijn modulo 24, het formulier waarmee we de gemeentelijke belastingen (IMU en TASI, vergelijkbaar met onze Nederlandse onroerendgoed belasting) moeten betalen.
In La Rosa zit een klein tijdschriften winkeltje waar ze een printer hebben. Tip van Monika, heel handig, we hebben al eens eerder stad en land afgezocht om instapkaarten te kunnen printen.

Volgende stop is het postkantoor om de daadwerkelijke betaling te regelen. De formulieren gaan in zo'n hele grote, oude, Olivetti printer. Drie stuks, 2 voor de gemeente en 1 voor ons zelf. We vroegen ons al af waarom we per persoon 3 pagina's hadden gekregen die er redelijk hetzelfde uitzagen. Zo leren we elke keer weer iets. Volgens de aardige meneer van het postkantoor moet het trouwens ook mogelijk zijn om online te betalen, mooie uitdaging voor de volgende keer.

We lopen even langs Lori om een afspraak te maken maar het is zo rustig dat we direct geknipt kunnen worden. De rest van het dorp loopt op de markt. Beiden met een kort zomer kapsel zitten we even later alsnog aan onze cappu en dolce. Signora Ferretti informeert als altijd hoe het met mijn ouders is en hoe lang we dit keer blijven.

Inwendig weer versterkt gaan we op pad voor een dagje sightseeing in de buurt. We zijn tot de conclusie gekomen dat we eigenlijk de dorpen om ons heen en de andere gehuchten die bij Peccioli horen eigenlijk nog niet zo goed kennen. Op internet heb ik iets gezien over Villa Saletta, een verlaten Tenuta en Borgo hier in de buurt. Dat is dus ons eerste doel voor vandaag.

Daar aangekomen staan we vol verwondering te kijken. Je kent vast wel de film "Novocento" van Bertolucci, een epos over 2 jongens die opgroeien op een Mezzadria, zo'n enorme herenboerderij. Bijna een compleet dorp waar de landarbeiders als het ware het eigendom zijn van de landeigenaar.


Het voelt alsof we een totaal andere wereld in zijn gelopen. We parkeren de auto bij een van de de toegangspoorten die is afgesloten met een ketting. Overal staan bordjes dat je moet uitkijken voor vallend gesteente. Te voet kunnen we echter zo het complex in lopen en de paar mensen die er aan het werk zijn groeten ons vriendelijk.
Via een vervallen weg van grote stenen en keien lopen we tussen twee rijen gebouwen door. Dit waren volgens mij vroeger opslagruimtes en arbeiderswoningen. Op de hoek van het gebouw zit nog een "stemma" een heraldiek wapen. Dit lijkt me het meest recente deel van het complex, zo'n 200 jaar oud. Halverwege de gebouwen is een open stuk met een soort ornamenten dat waarschijnlijk de oude oven was waar de arbeiders hun brood kwamen bakken. 
De vervallen houten deuren van de ruimtes zijn met hangsloten dichtgemaakt om vandalen tegen te houden. Delen van het plaveisel zijn verdwenen of helemaal onder een laag bladeren en vuil bedekt.



Het complex werd overigens al in de 10e eeuw genoemd in documenten van de aartsbisschop van Pisa. In de 15e eeuw werd de familie Riccardi (gerelateerd aan de Medici) eigenaar van het complex. In de 400 jaar dat zij het complex in eigendom hadden werd het het meest uitgrebreide landbouw complex in de Val d'Era en een van de belangrijkste in Toscane, dat uiteindelijk uit naast de arbeiderswoningen en de magazijen uit een Castello, een Frantoio (olijvenperserij), een molino (graanmolen) en een limonaia (citrustuin) bestond.


Aan het eind van de straat staat nog een oude klokkentoren met een nog nauwelijks zichtbare wijzerplaat. Dit soort klokkentorens hebben we al wel vaker gezien hier in de buurt en ook een paar kilometer verder, in Palaia waar Villa Saletta geografisch bijhoort staat een bijzinder mooi exemplaar.


Als we tussen de gebouwen vandaan komen bevinden we ons tussen 2 pleintjes, hieraan liggen onder andere twee kerken, de chiesa Parocchiale di SS. Pietro e Michele (delen uit de 13e eeuw), die vroeger door de adellijke familie werd gebruikt en de barokke oratorio Madonna della Rocca waar de boeren bevolking te kerke ging.
Oorspronkelijk bestond het complex uit 25 woningen voor zogenaamde "sharecroppers" (pachtboeren die een deel van hun oogst aan de herenboer moesten afstaan in ruil voor een stukje land). Uiteindelijk ging het systeem ook tenonder toen deze pachters ca midden 20e eeuw naar o.a. de Piaggio fabrieken in Pontedera trokken om daar werk te zoeken.

Een stukje is nog bewoond en vanaf de grassige weide voor de adellijke kerk hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. In de verte zien we o.a. Peccioli liggen.
Hoewel het dorp/complex eigenlijk "ontzield" is in de zin dat het niet meer bewoond is heeft het een onwerkelijke, maar zeer duidelijk aanwezige sfeer. Hier voel je de geschiedenis en zie je de landarbeiders als het ware nog gewoon lopen.



Diep onder de indruk gaan we door naar Palaia waar we in een eenvoudig lokaal gaan lunchen. Zoals al gezegd ook een heel leuk dorpje met een prachtige poort en klokkentoren.

Na de lunch gaan we op aanraden van Monika naar Castelfalfi, een Middeleeuws kasteel en borgo dat helemaal gerestaureerd is en waar van de oude gebouwen toeristen appartementen zijn gemaakt. Het hele complex is enorm opgepoetst, er zijn 2 golfbanen met totaal 27 holes, zwembaden, een trattoria, een restaurant op sterren niveau en een hotel. Bovendien is men er nog een een enorm 5 sterren hotel aan het neerzetten.
Er lopen wat verdwaalde Chinezen elkaar te fotograferen tegen de achtergrond van vrijwel geheel herbouwde casolares (soort landhuisjes). Er zitten wat ondernemers voor hun net dit jaar met mooie spulletjes ingerichte winkeltjes. Het heeft alles, behalve nou net niet dat ene dT in het vervallen Villa Saletta zo rijkelijk aanwezig was: sfeer. 
Castelfalfi is een opgepoetst complex zonder ziel. Het meest levige dat ik heb gezien was de groen-grijze slang van ca 90cm die in het struikgewas achter het kasteel door het kreupelhout kroop.



Zo'n 8 jaar geleden is Villa Saletta opgekocht door een Engelse investeringsmaatschappij die er het meest luxueuze complex van Toscane van wilde maken. Gelukkig, zou ik bijna zeggen, kwam de crisis er tussen door een bleef van de ruim 100 miljoen die men wilde investeren weinig over. Ondertussen is de fattoria (wijnboerderij) wel weer operationeel en we kunnen er van getuigen dat ze prima wijn maken. Het complex van de oude herenboerderij is ook weer  de markt.
Ik zie het niet graag teloor gaan maar evengoed hoop ik dat het ook niet verwordt tot een tweede Castelfalfi. Het mooiste zou zijn als er een soort commune van kunstenaars en vaklieden zijn intrek zou doen die het complex met liefde opknapt, zodat het met liefde in stand gehouden wordt.

zondag 21 juni 2015

Even een rondje lopen

Zoals ik in mijn laatste blog al aan gaf had Paul voor de zondag dus een leuk "inloop rondje" uitgezocht. Ja hoor, inloop rondje, no way. 
Vol energie vertrokken we nog 's ochtends richting Vicopisano, met natuurlijk een tussenstop bij Verano's voor een cappuccino en een dolce. Daar heerst de gebruikelijke zondagochtend drukte. Voor de zekerheid nemen we ieder nog een broodje mee voor onderweg, want stel dat we nou toch geen lunchadres tegen komen onderweg...

Dat is maar goed ook want behalve 21km lang blijkt de tocht ook nog twee keer een flink hoogte verschil te hebben. De tocht op zich begint mooi, over een zeer stille asfaltweg die al slingerend toch al vrij snel stijl omhoog gaat en later over gaat in een breede veldweg. De route blijft gedurende zeker 5km gestaag stijgen. Veel auto's rijden er niet (na enige tijd verlaten we ook de hoofdweg) maar zoveel fietsers en wandelaars zijn we nog nooit tegen gekomen. We zitten duidelijk op een van de hoofdroutes van de Club Alpino Italiano (CAI). Na ruim 5 km. komen we op een bergkam en gaat het een tijdje min of meer vlak. 

We vinden een picknick tafel om ons broodje op te eten. De dag is nog lang, dus hebben we straks nog wel een gaatje voor onze lunch. Na ca. 7,5-8 km. begint de route te dalen en flink ook. Een vervelend stenig pad waarbij je goed moet opletten waar je je voeten zet omdat de losliggende keien nog wel eens weg willen schieten onder je schoenen.
Ondertussen zijn we in het andere dal aanbeland en zien we in de verte het Karthuizer klooster van Calci (Certosa di Pisa) liggen. Een prachtig gebouw, we zijn er al eens binnen geweest. De afdaling is echter nog lang en het blijft goed opletten. Als we eindelijk in het dal zijn en lang het opgedroogde riviertje lopen halen we opgelucht adem.

Het vinden van een lunchadres blijkt echter niet zo eenvoudig, bij het klooster is er niks te eten en naar Calci moeten we nog zeker 1,5km extra heen en weer terug lopen. Dat terwijl we al qua kilometers duidelijk over het streefschema van 21km zitten. We besluiten dus maar door te lopen. De terugtocht is qua opbouw weer ongeveer als de heenweg, dus weer een flinke klim van een km of 5, met als verschil dat mijn energie niveau nu in mijn tenen zit. Op een gegeven moment kan ik gewoon niet meer naar boven komen, ik krijg de ene voet niet meer voor de andere en dat op een heel stijl stuk. Da's flink afzien, om de 150 meter pauzeren, het tempo is er flink uit.
Gelukkig kan ik op de trappen van het kerkje in Montemagno even uitrusten en een Engels stel verwijst ons naar de pomp waar we vers water kunnen tappen. Ik drink bijna een liter water en dan gaan we weer verder. Nog een paar keer om de 350 meter uitrusten en dan zijn we eindelijk weer op de bergkam en loopt de weg weer wat vlakker. Op het moment dat de weg gaat dalen stroomt ook mijn energie weer een beetje terug. Wel weer een erg vervelend stenig pad (het lijkt een beetje een uitgesleten droge rivierbedding) vrij stijl naar beneden. We zijn blij als we de rand van Vicopisano bereiken en de laaste anderhalve kilometer slenteren we terug naar Enosophia

Daar gaan de wandelschoenen uit en trakteren we ons op een heerlijk koud, lokaal gebrouwen biertje. Nadat we weer bijgekomen zijn laten we de eigenaar nog 4 flessen vullen met wijn en rijden we terug naar Montecchio. We zijn te moe om uit eten te gaan dus wordt het een eenvoudige, maar o zo lekkere, spaghetti alla carbonara.

(Uiteindelijk blijkt de hele tocht zo'n 25km terwijl we toch hooguit zo'n 800 meter verkeerd zijn gelopen. Goed om bij een volgende tocht uit dezelfde cassette rekening mee te houden.)

zaterdag 20 juni 2015

Twitterare


Na een wat onrustige nacht, overbuurman "Fidel" heeft er een jonge hond bij, staan we wat later op. Het is mooi weer, luiken en ramen open en heerlijk ontbijten met de procciuto salato en het heerlijke brood van Marco. In de tuin is het al te warm om in de zon te ontbijten.

We halen de parasol van de linnenkast in de slaapkamer en zetten vast de BBQ en andere zomer benodigdheden naar buiten. Nu zijn we echt helemaal klaar voor de zomervakantie. Hoewel, de opblaastompouche van vorig jaar had het al snel begeven, dus er moet een nieuw luchtbedje ingekocht worden om op te drijven in het zwembad. Op korte temijn is er dus een bezoek aan de CZ (Chinese Zooi) nodig.

Lekker ontspannen dagje in de tuin, beetje zwemmen om het nieuwe water te testen en een aperitivo. Wel met lange mouwen, want de zanzare (ja, je spreekt het zo uit zoals die krengen klinken, zzzannzzzzare), muggen dus, zijn er ook al weer vroeg bij. Heerlijke aardappeltjes uit de oven met knoflook en rozemarijn (uit eigen tuin) en "Gallini" (krielkipjes) volgepropt met knoflook, zwarte oliven, Rozemarijn en peperoncini. Normaal moeten die peperoncini (kleine, gedroogde pepertjes) stukken verse rode peper zijn, maar die haddn we niet en de peperoncini waren zo'n succes dat ik direct het recept heb aangepast.

Terwijl ik op mijn iPad zit te kijken naar de berichten over Peccioli zie ik ineens van alles voorbij komen. Over restaurant Audha (nieuw twitter account), over Pasticceria Ferretti (twitter bericht en een heel artikel op een blog) en zelfs een twitter bericht dat de Farmacia Fabietti op de #glutenfree road is. 
Mijn voorzichtige conclusie: de polivalente (het locale buurthuis) heeft dit weekend een multi media workshop aangeboden. Ben benieuwd waar de slager en de sigarettenwinkel komende week mee gaan komen. 
De dochter van Lori, onze kapster, zat al op instagram, dus die was al goed voorbereid ;-)

Tijd om maar een naar bed te gaan, want Paul (!) heeft voor morgen een wandeling van 21km uitgezocht. Van Vicopisano naar Calci en terug. Vast gevallen voor het idee van een lunch onderweg (meerdere restaurants in Calci) en de gelegenheid om bij Enosophia in Vicopisano wijn mee te nemen bij dat leuke mannetje. 

Wat doet die zak bij mijn rugzak

Niet fijn, een migraine aanval krijgen op weg naar het vliegveld. In de trein begint het al, moeilijkheden met lezen, en dit zet zich door in de bus op weg naar het vliegveld. De helft krijg ik daar niet mee omdat ik te druk ben met mijn handen die gevoelloos zijn en mijn tong die opzet. Naast de hoofdpijn natuurlijk, waardoor ik bijna scheel zie.

Bij de veiligheidscontrole vnden ze het nog niet voldoende en besluiten ze me nog even extra door de mangel te halen. Braaf heb ik mijn tube tandpasta en mini flesje zonnebrandcreme (voor tijdens de wandelingen) uit mijn rugzak gehaald en in het bakje gekieperd, iPad ernaast en op commando van de dame aan het begin van de band ook mijn fotocamera. U weet wel, zo'n Canon waar je mee op iemand kunt schieten; foto's wel te verstaan. Riem af, horloge erachteraan in het bakkie, jasje uit, vest uit, ik besluit de rest maar aan te houden, want voor je het weet wordt je opgepakt voor onzedelijk gedrag. Ik ben klaar voor het poortje, wie maakt me wat...

Ik ben er nog niet onderdoor of ik hoor achter me, hé, van wie is deze rugzak? Meekomen, openmaken! 
Dacht nog, zeker weer iemand een flesje water in zijn tas laten zitten maar het blijkt mijn rugzak. Afijn, ik pak eerst nog even mijn spullen uit de andere bakken en doe ze aan, om en stop de rest maar in mijn handtas. Met een kneiterende koppijn kan ik toch al niet helder denken dus kan ik beter rustig aan doen, anders liggen mijn spullen straks verspreid over Eindhoven airport.

Aangekomen bij mijn rugzak staat daar een ongeduldige meneer die me gebied de boel open te maken. Behulpzaam als ik ben, en omdat ik hem door de migraine toch al niet helemaal kon volgen, begin ik de rugzak uit te laden. Dat blijkt niet de bedoeling, ik moet alle ritsjes open doen en dan blijven staan. Blijkbaar mag hij dat zelf niet of hij heeft de cursus rits openen nog niet gehad.
Met een zuur gezicht trekt hij alle gevaarlijke waar uit de rugzak en dumpt ze in zo'n grijze bak een kleine e-reader, een hele kluwe USB en iPad kabels, een oplader waar wel 4 snoertjes in kunnen, een mini sony camera en twee opladers (voor de canon en de sony). 



De grijze bak neemt hiij mee en gaat opnieuw door de scanner. Verbazingwekkende resultaat: het blijkt precies hetgene te zijn als wat het eruit zag: een e-reader, een (ondertussen onontwarbare) kluwe kabels, opladers en transformators) en een mini camera.
Vervolgens mag ik alles weer met een "volgende keer alle elektronica direct in het bakje stoppen" mijn rugzak weer inpakken.
Rare jongens, die beveiligingsbeambten, raken van de leg van een paar kabeltjes, maar verblikken of blozen niet van een zak chemische korrels voor de vochtvreters in het appartement. Durf te wedden dat ik met google zo een recept heb gevonden voor een explosief mengsel van tandpasta, zonnebrandcreme en vochtvreetkorrels 😈 .



Gelukkig kan ik in het vliegtuig tegen het raampje aan hangen, zacht jasje onder mijn hoofd en met de ogen dicht een dutje doen. De herrie om me heen valt mee.

Bij aankomst helpt de Italiaanse zon verder om de migraine onder de knie te krijgen. Huurauto oppikken, boodschappen doen en op naar Montecchio. Bij aankomst worden we verwelkomd door de aanblik van een schoon zwembad en door Aldo die vertelt dat er de afgelopen week een ploeg geweest is van de Donati's die het hele zwembad hebben laten leeglopen en er flink met de bezems doorheen gegaan is. Dat was hard nodig, want het was al een half jaar niet onderhouden en zag eruit als een moeras. Afijn, het zwembad en de muur, daar is het laaste woord nog niet over gezegd, maar dat is voor een andere keer.