donderdag 13 oktober 2016

Barberino di Mugello

Gisteren zagen we naast de bar waar we ons aperitivo deden een goede pasticceria. Vanzelfsprekend is deze vanmorgen ons eerste doel in Barberino. De dolci zijn heerlijk, zo lekker zelfs dat we besluiten er nog één te nemen en die te delen. Zalig, soms heeft het voordelen als je overnachtingsadres geen ontbijt biedt.
Voldaan gaan we het plaatsje verkennen. Na Scarperia valt Barberino een beetje tegen. Het mooiste is het plein waar we gisteren al waren met de loggia van Michelozzo.

Omdat het redelijk weer is rijden we naar het Lago di Bilancio, een kunstmatig meer aangelegd als waterreserve voor Florence. Overigens was hier heeeeel lang geleden een veel groter, natuurlijk meer.

We maken een relaxte wandeling langs het meer en zien onderweg twee keer een konijn. Eentje is niet schuw en blijft zitten om zich te laten fotograferen.

Dit konijn wilde best even poseren


We lopen op ons gemak naar de brug aan het eind van het meer, waar het water het meer in stroomt. Er staat een eenzame visser.






Paul zorgt er luid telefonerend voor dat we verder geen dieren meer tegen komen. ;-)
Gelukkig zijn er ook nog mooie planten, zoals dit soort orchidee achtige gele plantje. Die laten zich wat makkelijker fotograferen.





We hebben de wandeling goed gepland want als we bij de auto komen begint het net te regenen. Mooi moment om te gaan lunchen en dan naar de Barberino Designer outlet.

We komen voor de lunch terecht bij Ristorante Il Colle. Het ziet er een beetje uit als een soort wegrestaurant (het ligt ook aan de oprit naar de autostrada) en beneden is ook een zelfbediening gedeelte waar men overigens ook heerlijke worsten en vers gemaakte gevulde pasta's verkoopt. Wij vragen of de verse pasta's ook ter plekke gegeten kunnen worden en worden verwezen naar het restaurant dat op de bovenverdieping zit. Dat is een verrassing, een gezellig restaurant met een enorme hout gestookte open grill, pizza oven en een display met de mooiste stukken vlees voor steaks. Niet alleen Chianina, maar ook Angus, van dat vlees met die Japanse naam, enz. De steaks worden ter plekke afgesneden / gehakt en op de grill gelegd.

Pizza / brood oven (links) en een enorme grill, beide hout gestookt


Twee mannen discussiëren met de ober over welk stuk vlees ze zullen nemen. Er worden wat steaks getoond en na uitgebreide consultatie wordt een keuze gemaakt.
Wij beperken ons toch maar tot de pasta. Gisteren hebben we al vlees gegeten en zo'n steak vind ik toch een beetje te heftig voor de lunch, hoewel de overige gasten daar duidelijk minder moeite mee hebben. Ik neem vers gemaakte ravioli in een zalige burro e salvia (boter en salie) saus en Paul kiest voor de tagliatelle van kastanjemeel met een saus van gemalen hertenvlees. Heerlijk, beide gerechten. Als nagerecht delen we een millefoglie scomposto da cantucci, vin santo e zuppa inglese. We ploffen bijna, maar hebben toch de neiging om het bord schoon te likken.

Na de lunch gaan we naar de Barberino Designer Outlet. Geen overdekt winkelcentrum a la Zuidplein of Hoog Catherijne, maar losse winkeltjes in allerlei nagebouwde stijlen, van Toscaanse huisjes tot renaissance paleizen, middeleeuwse torens en stadspoorten. Heerlijk fake en plastic aandoend allemaal, een soort koopgoot in het kwadraat. Maar dan wel met winkels van mooie merken i.p.v. Hunkemuller en Esprit, hoewel ondertussen de zaken van o.a. Armani Jeans enz. al weer vertrokken lijken.


Paul heeft een nieuwe "colbert jas" nodig ter vervanging van degene die hij een paar jaar geleden heeft gekocht, een jas die er van buiten uitziet als een soort colbertje met knopen maar aan de binnenkant wel een lekkere gewatteerde voering met rits heeft tegen de kou, een soort ingebouwde bodywarmer. Hiervoor is hij al geslaagd bij Mangini, maar in de outlet hier ontdekt hij een prachtige wollen winterjas met ingebouwde bodywarmer. Mooi voor over een kostuum in ons gure klimaat.

Paul vraagt altijd aan mij of ik nog geen schoenen had als ik met een nieuw paar thuis kom, maar zelf kan hij er ook wat van. De Geox winkel oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht en hij loopt dus, bijna letterlijk, met een nieuw paar de winkel uit. De oude Geox kunnen in Montecchio achterblijven. De Pratesi schoenen die hij al had gekocht moeten maar met Pa en Ma mee terug naar Nederland, want de handbagage zit ondertussen wel vol.

Ik laat me nog verleiden door Paul tot het aanschaffen van een broek met bijpassend giletje. Dat weegt gelukkig niets en kan nog wel in mijn koffertje. Daarna is het ook wel tijd om richting Montecchio te gaan, via de binnenwegen is het nog bijna 2 uur rijden en we hebben geen zin om de autostrada te pakken. Zo zien we nog wat van deze streek, hoewel de omgeving bij Prato niet echt heel interessant is (veel industrie en drukke forensen dorpjes).

We sluiten de dag af met een pizza bij de pizzeria in la Rosa.

woensdag 12 oktober 2016

De ene oude molen of de andere, wat maakt het uit?

Robert, onze Ierse buurman hier in Montecchio, had ons per mail restaurant L'Antico Molino aanbevolen dat aan het smalle weggetje (strada communale di Ripassaia) ligt dat vanuit Fabbrica naar de SR429 leidt. Gisteren besloten we dat we daar vandaag zouden gaan lunchen en daarna vanuit de molen een rondwandeling zouden maken, richting het smalle bruggetje over de Era, dan langs de Era en een paar Km verderop via landwegen naar Fabbrica en van daaruit de via San Giusto en de strada communale di Ripassaia weer naar beneden richting molen. Hoewel het restaurant al weer enige tijd open is (iets meer dan een jaar, dus wij waren er door de omstandigheden nog niet geweest) bedachten we dat we toch maar even moesten reserveren. Zo gezegd, zo gedaan: Paul zocht het telefoonnummer op via zijn telefoon en ik bel op om vlotjes in mijn beste Italiaans een reservering te maken. De restaurant eigenaar is goed te verstaan en de reservering is zo gedaan, morgen voor de zondagslunch. Paul is onder de indruk van het menu en van de professiolbele website van het restaurant: het ziet er goed uit en hij verheugd zich dus al weer op de lunch. Vandaag vertrekken we om half 1 richting de molen. Met de auto naar Fabbrica, bij de bar rechts af naar het kleine weggetje dat naar de molen leidt. Er staat nog steeds een bordje dat de weg in onderhoud is, niets veranderd in 2 jaar tijd, een klein deel van de weg ontbreekt de asfaltering. Gelukkig is het een rustig weggetje, dus dat is niet zo'n probleem en we zijn zo bij de molen. Daar blijkt dat ze mijn reservering helemaal niet hebben. 😳 Hoe kan dat nou, ik had gisteren nog wel die aardige meer van de L'Antico Molino aan de telefoon, via dat nummer dat Paul van die mooie website van het restaurant had voorgelezen.  Tsja, ze hebben ook helemaal geen website, alleen een Facebook pagina. Ik voel nattigheid en ja hoor, Paul blijkt op de website van de verkeerde oude molen te hebben gekeken: restaurant L'Antico Mulino in Padova. "Ik heb toch echt Antico Molino, Fabbrica ingetypt in google". 😂  Gelukkig hebben ze bij de oude molen in Fabbrica nog wel een tafeltje voor ons dus met onze Pranzo di domenica komt het wel goed. Ik bel maar even snel het restaurant op waar ik dus blijkbaar heb gereserveerd en leg de situatie uit. Gelukkig kan de eigenaar er om lachen en als hij vraagt waar we ons bevinden zegt hij lachend: "Nee, dat gaat u nooit halen voor de lunch vanuit Toscane naar Padova, geen probleem en een fijne lunch bij de andere oude molen". Hoewel het eten goed was qua smaak vonden we beiden de gerechten nogal behoorlijk aan de zware kant. Veel zware vleesgerechten ook en pasta's met stevige sauzen. De Antico Molino in Fabbrica zal dus niet ons favoriete restaurant hier in de buurt gaan worden ondanks het feit dat het gezellig is ingericht en leuk gelegen is en veel goede restaurants in het dorp de afgelopen jaren de deuren helaas gesloten hebben. Als we ooit eens in de buurt van Padova zijn moeten we misschien die ander molen maar eens proberen....
L'antico Molino, FABBRICA
Na de lunch is een stevige wandeling hard nodig, want het eten ligt nogal zwaar op de maag. Gelukkig is de zon ondertussen flink doorgebroken. We trekken daarom de wandelschoenen aan en laten de auto bij de molen achter. Via de strada communale di Ripassaia lopen we richting de Era en slaan net voor het bruggetje naar de Sr429 links af en blijven parallel aan de Era lopen. Op een gegeven moment slaan we naar links een landweg in, die steeds stijgend, globaal richting Fabbrica loopt, bij de splitsing naar Il Gattero houden we links aan (dus niet richting Il Gattero) en blijven deze weg steeds volgen tot we op de via di Montelopio uitkomen die ons richting Fabbrica voert en aan de andere kant bij de bar uitkomt. Daar drinken we vanzelfsprekend een cafe en dan beginnen we aan het laaste stuk van onze tocht, terug naar de molen. Heerlijk, het laatste stuk van de wandeling voert ons dit keer alsmaar heuvel af. Als we op het stukje van de weg lopen waar het asfalt al jaren is vedwenen (zie begin) komt er een hele dure sportwagen cabrio aan. De inzittenden werpen 1 blik op de weg en keren direct om. Het is echt maar een stukje van amper 100 meter, maar ja, met een auto van meer dan een ton..... kom je niet verder dan de snelweg. Onderweg komen we nog wat katten tegen, zien een zwerm witte reigers in een boom zitten en komen langs een boerderij waar een kudde prachtige Chianina runderen op stal staat.   [foto's volgen]

Woensdag, veegdag

We zitten al vroeg in de auto richting Firenze. Dat is even wennen na een paar weken rustig aan doen, maar de cappuccino met overheerlijke sfoglia all'ananas bij Verano's maakt een hele hoop goed. Het is trouwens ons eerste bezoek aan Verano deze vakantie, normaal komen we hier toch wel om de paar dagen. We zijn ook nog niet zo veel deze kant op geweest en op maandag waren ze dicht.
Op advies van de website Visit Florence parkeren we bij de mega COOP aan de viale Nenni, een eind buiten Florence. Gratis parkeerruimte en er tegenover zit een halte van de tramVia, de tram die van Scandicci naar treinstation Santa Maria Novella rijdt. Tentar non nuoce, wie niets probeert... De kaartjes voor de tram halen we op advies van de aardige man in de pasticceria bij de Edicola, de krantenshop. De tram komt elke 4 minuten en binnen 12 minuten staan we hartje Florence. Inderdaad een prima tip nu onze vaste parkeerplaats op de Piazzale Michelangelo niet meer is, althans, nog maar voor een paar auto's en tegen fors tarief. Bovendien bestaat altijd het risico dat je per ongeluk in de ZLT terecht komt, de zona traffico limitata, oftewel de zone waar je zonder vergunning niet in mag. Overal hangen van die akelige cameraatjes, direct al als je per ongeluk een "verboden" straat inrijdt. De bon krijg je dan automatisch, al dan niet via de Hertz, thuisgestuurd.
Vanaf stazione SMN begeven we ons direct naar het Palazzo Strozzi, waar we de Ai WeiWei tentoonstelling bezoeken. Mooie installaties, onder ander met fietsen van het merk Forever. Het doet me een beetje denken aan het liedje van Katie Melua: "there are nine million bycicles in Beijng". Overigens al flink achterhaald want volgens mij duurt het niet meer zo lang en dan zijn er nine million cars in Peking.
De Forever toegangspoort
In de volgende ruimte is een indrukwekkende opstelling van een soort doodskisten en een enorme slang die gemaakt is van een soort schooltassen. Het is een herinnering aan / aanklacht tegen de scholen die ingestort zijn bij een aardbeving in China in 2009. De scholen bleken het slechtst gebouwd en minst aardbeving bestendig van alle gebouwen in de getroffen regio, daarom kwamen er zo ontzettend veel scholieren om bij de aardbeving.
Coffins and Snake
Detail slang samengesteld uit tassen
Detail slang samengesteld uit tassen
Andere zalen bevatten stellages van meubelen die door de kunstenaar volgens de principes van het oude ambacht opnieuw, maar dan anders, in elkaar gezet zijn. Dit zonder gebruik van spijkers, lijm of andere hulpmiddelen om onderdelen te bevestigen. Keramiek bloemen en houten graspollen, stapels krabben en een muur die is samengesteld uit oud houtsnijwerk en de stenen van het atelier van de kunstenaar, dat direct al bij oplevering door de autoriteiten werd gesloten en neergehaald.
Opnieuw in elkaar gezette stoelen
Opnieuw in elkaar gezette stoelen
Fragment van de neergehaalde studio
Fragment van de neergehaalde studio
Detail houtsnijwerk
Detail houtsnijwerk
Detail houtsnijwerk
Detail houtsnijwerk
Het behang op de achtergrond bij de stoelen bestaat uit een regelmatige herhaling van het Twitter logo, beveiligingscamera's en scharen (o.i.d.). In de zaal met de keramiek bloemen hangen ook allemaal foto's van belangrijke, beroemde gebouwen overal ter wereld. Omdat de artiest deze gebouwen ziet als symbolen van politieke en culturele macht fotografeert hij steeds de opgestoken middevinger van zijn linkerhand mee. Ik heb er in het kader van het Droste effect mijn eigen variant van gemaakt. 
Fuck you too, Droste effect
Fuck you too, Droste effect
Al met al is het een Indrukwekkende tentoonstelling, zeker de moeite waard. Helaas waren de werken van Jan Fabre op de Piazza Signoria maar tot 2 oktober, dus pakken we de tram terug naar de halle Nenni-torregallo waar de auto staat. Vandaar vertrekken we richting de Mugello. Onderweg komen we langs de villa Demidoff in Pratolino, waar het grote kunstwerk van Giambologna staat, maar de tuin lijkt dicht dus een bezoek hieraan houden we tot een andere keer tegoed. 

San Piero a Sieve

Onze eerste stop in de Mugello is in San Piero a Sieve. We parkeren de auto naast een vuilcontainer langs de weg, het enige plekje tussen alle andere geparkeerde auto's dat nog vrij is. We lopen het dorp in op zoek naar een plekje om ons broodje op te eten en zien een bord naar het Fortezza Medicea. Dat is vast het Fortezza di San Marino, die staat op ons lijstje.
Paul ziet nog wel een bordje op het pleintje in het dorp dat je daar elke 2e en 4e woensdag van de maand tussen 15:00 en 16:00 niet mag parkeren vanwege de rondgang van de veegwagen maar daar maken we ons niet zo druk over. Het is 13:40 en dan zijn we al lang weer terug. Bovendien, wij staan aan de doorgaande weg, naast een smerige container die eruit ziet of er al jaren geen veegwagen meer langs geweest is... (Is trouwens niet vaak, 2x per maand, bij ons in Montecchio komt de veegwagen 2x per week!).
Even verder blijkt dat het een kilometer lopen is naar het Fortezza. Dat is goed te doen, hoewel ik liever mijn wandelschoenen had aangehad i.p.v. mijn dure nieuwe schoenen. Afijn, we hebben trek, dus we lopen toch maar door en gaan niet eerst de wandelschoenen aantrekken.
De gravelweg stijgt flink, maar op een gegeven moment zien we toch het fort aan de andere kant van het dal liggen. Vooral de laatste klim is best heftig. Aangekomen bij het fort blijkt het gesloten voor restauratie, als ik het bord goed interpreteer had het in 2012 af moeten zijn. Er staan nog wel hijskranen en er is duidelijk nog wel activiteit. Uiteindelijk zal het dus wel weer eens open gaan. Voor nu lopen we er maar een stuk omheen (het fort is echt mega groot, veel groter dan ik had verwacht) en gaan op een afgebrokkelde muurpunt zitten om de broodjes op te eten.
Fortezza di San Martino
Fortezza di San Martino, San Piero a Sieve
Weer teruggekomen in het dorp nemen we nog een cafe en trakteren onszelf op een soort tompouche.
Volgende bestemming is Scarperia. Daar aangekomen worden we ons ervan bewust dat er een blaadje onder de voorruit zit dat verdacht veel op een bon lijkt. Als we een parkeerplaatsje hebben gevonden, en ons er van hebben vergewist dat we hier echt mogen staan op dit moment zonder beperkingen, halen we het stuk papier onder de ruitenwisser vandaan. Ja hoor, ^{%#}^*, een parkeerbon: €28,60. Voor parkeren in een zone op het moment dat daar geveegd moet worden. Tijdstip: 14:00 uur.

Scarperia

Balen, maar we laten onze dag niet bederven en gaan eerst Scarperia maar eens bekijken. Dat blijkt een heel leuk plaatsje, eigenlijk veel leuker dan San Piero a Sieve waar het één gemeente mee vormt. Er is een schitterende kerk met een (losstaande) klokkentoren die heel mooi in de recentere bebouwing is geïncorporeerd. Er tegenover ligt het palazzo dei Vicari, het paleis van de vroegere stadsbestuurders. We verwachtten een klein gebouw, maar het blijkt echt een fors paleis. Helaas is het in de maand oktober alleen 's ochtends geopend, maar vanaf de binnenplaats krijgen we toch ook een goede indruk en hier hangen alle wapenschilden van de vicari, zeg maar de toenmalige burgermeesters.
Het plaatsje heeft bovendien nog vrijwel haar volledige ringmuur in tact. 
[foto's Scarperia]
Scarperia staat bekend om haar handgemaakte messen en er zijn dan ook nog enkele werkplaatsen waar je kunt zien hoe ze met de hand messen maken en diverse winkels waar de producten worden verkocht.
Nadat we uitgekeken zijn in Scarperia besluiten we toch nog even terug te rijden naar San Piero a Sieve, het is maar een paar kilometer en als je niet mag parkeren tussen 15-16 uur is het vreemd als je dan een bon krijgt om 14:00 uur. 
Natuurlijk staat er op het bord bij de parkeerplaatsen waar wij hebben geparkeerd een ander tijdstip, namelijk half 3 tot half 3. Pech dus. Nu we hier toch zijn besluiten we om dan maar direct even naar het politiebureau te rijden en te kijken of we daar kunnen betalen. Dat scheelt dan in ieder geval de administratieve toeslag van Hertz want die hoeven dan onze gegevens niet door te geven. Bovendien, de administratieve toeslag is bijna 2x het bedrag van de boete, dus die willen we wel graag voorkomen.
Voor het politiebureau rijdt net een vrouwelijke agente in een auto van de Polizia Municipale weg. Ik sprint er op af, ze kijkt wat verschrikt maar doet wel het raam open. Vriendelijk geef ik aan dat we een boete hebben gekregen en dat ik graag wil weten of we die hier kunnen betalen. 
Ik zie het aan haar ogen, volgens mij heeft zij de boete uitgeschreven, en ik zie haar denken: "jammer, het zijn eigenlijk hele aardige mensen en dan spreken ze als toerist ook nog gewoon Italiaans...". Afijn, even vriendelijk antwoord ze dat je de boete niet op het politiebureau kunt betalen (dat zou natuurlijk allerlei vormen van fraude in de hand kunnen werken dacht ik nog) maar dat op de achterkant staat hoe je wel kunt betalen. Via overschrijving dus, maar ik wil het vandaag graag afgehandeld hebben inclusief een betaalbewijsje i.v.m. het voorkomen van de administratieve toeslag van Hetz. Het kan ook bij bars en tabacchi (tabakswinkels) met een LIS systeem. Ik leg uit dat we dat in Holland niet hebben en het dus niet helemaal had begrepen. 
Geen probleem, als we even terug rijden naar de weg dan zit er naast de Chiesetta (het kleine kerkje) een bar waar ze Lotto formulieren verkopen. Die handelen ook de betaling van boetes af. Tsja je moet het maar weten. We kern de auto om en rijden naar het kerkje. Ja hoor, niet te geloven, precies naast het tentje waar we koffie hebben gedronken en tegenover de plek waar we de boete hebben gekregen. Als ik naar de tabacchi loop om te betalen vraagt de aardige man van de koffie of we al weer terug zijn. Ja zeker, we hebben een parkeerboete gekregen. Hij grijpt de gelegenheid om om eens even lekker op de politie te schelden, zo'n beetje universeel gedrag in heel Europa. Bij de tabakswinkel ernaast is de boete zo afgehandeld, even is er nog een probleem om het kenteken op de bon te lezen maar een foto van onze nummerplaat lost dat snel op. De dames incasseren 2 euro voor de afhandeling en ik heb een bewijsje dat we nog dezelfde dag betaald hebben. De dame in het winkeltje zei nog: "je hebt de boete net gekregen", zo snel worden boetes hier blijkbaar normaal gesproken niet betaald. 
Sali e Tabacchi
Tabacchi, of beter Sali e Tabacchi, dateren uit de koloniale tijd toen de staat het monopolie had op artikelen van overzee, zoals zout en tabak. Hierop moest een accijns betaald worden en deze producten konden alleen worden gekocht in winkels die een speciale licentie hadden, de zogenaamde Sali e Tabacchi. Het staatsmonopolie bestaat niet meer, maar er is nog steeds een licentie nodig in Italie om tabak te mogen verkopen en de naam voor dit soort winkeltjes is gebleven, hoewel ze nu tegenwoordig ook allerlei andere zaken als Lotto en Toto formulieren, krasloten, buskaartjes, telefoonkaarten en schrijfbenodigdheden verkopen. En je kunt er dus allerlei betalingen verrichten, van het betalen van je omroepbijdrage tot het betalen van je parkeerboete.

Barberino di Mugelo

Opgelucht dat alles is afgehandeld rijden we door naar Barberino di Mugello. Daar parkeren we de auto op het plein (alleen niet parkeren op zaterdagochtend i.v.m. markt, 1 uur met parkeerschijf) en halen een lekker drankje bij de bar. Een koffie voor Paul (bier van de tap is op) en een Spritz voor mij. We nemen mijn Spritz mee naar buiten en gaan lekker op een muurtje in het zonnetje zitten, op zoek naar een overnachtingsadres. Handig toch, dat booking.com, zoek een hotel dicht bij.... We vinden uiteindelijk een appartement in een B&B buiten het plaatsje, op ongeveer 10 minuten rijden (en heel veel bochten). Leuk plekje, er hoort zelfs een kerkje bij dat meer dan 1000 jaar oud is. De eigenaren zijn net klaar met de boel in orde brengen, gelukkig hebben ze wel direct een signaal gekregen van de site.
Er zit een goed restaurant in de buurt maar daar kan je alleen contant betalen en aangezien we ook voor het appartement contant moeten afrekenen rijden we maar terug naar Barberino. Nu we daar toch zijn kunnen we daar ook wel gewoon eten. De maaltijd bij il cavolino bianco (het witte paardje) is prima, mooi stuk vlees uit de traditionele Toscaanse keuken. 



Teruggekomen is ons appartement gelukkig opgewarmd en blijken we buren te hebben die als konijnen tekeer gaan. Fijn, Italiaanse huizen zijn toch al zo gehorig en het bed heeft akelig piepende veren. Helaas hebben ze ook een flink uithoudingsvermogen. Gelukkig wordt het na kwart voor 12 stil, tot half 2 's nachts als we wakker worden van een enorme herrie. Volgens mij proberen de buren of ze het bed door de muur kunnen krijgen... Na een poosje zijn we het zat, we willen toch echt nog even verder slapen. Een paar flinke dreunen met een schoen op het houten hoofdbord van ons bed brengt de boodschap over, het wordt stil aan de ander kant van de muur. Afijn, ik geloof niet dat ik nog hoef te vertellen waar we 's ochtends van wakker worden...

maandag 10 oktober 2016

Langs de Era

Na alle activiteiten van de afgelooen week even een rustdag. Beetje wassen, lekker in het zonnetje zitten op ons terrasje met uitzicht op onze schitterende Borgo en het komende uitstapje voorbereiden.  
Borgo Montecchio
 
Afijn, ik kan het toch niet laten dus als we besluiten om nog even naar Magazzini Mangini te gaan, omdat Paul een nieuwe jas en colbert wil kopen, besluit ik alvast vooruit te lopen naar Peccioli. Dit keer via de route langs de Era. 
Met de camera en rugzak loop ik op mijn gemak het dorp uit. Daarbij regelmatig foto's maken. Ik ontdek op dit stukje, waar we doorgaans alleen met de auto langskomen, steeds weer nieuwe dingen en uitzichten.   Ook het uitzicht vanaf de weg naar Montecchio is fotogeniek. 
 
[helaas, op de foto's moeten jullie nog even wachten] 
 
Ik had het kunnen weten, door de regen van eergisteren is het pad langs de Era nogal drassig. Sowieso moet je normaal gesproken al twee doorwaadbare plaatsen over maar nu staan er overal poelen. Ik loop daarom maar een stukje om, eerst tussen hoge, verdorde maisvelden door en daarna over een bospad. Op een gegeven moment moet ik over een forse omgevallen boom klauteren.   Voor de zekerheid neem ik de variant van de route die het stuk met de doorwaadbare plaatsen afsnijdt, heb even geen zin om tot mijn knieën in het water te staan. 
Toch moet ik nog een keer over een modderig stuk langs een poel. Het ziet er steviger uit dan het is en voor ik het weet zit mijn schoen zo ver vastgezogen dat ik hem bijna niet meer eruit krijg. Gelukkig zie ik dat ik er omheen kan door een stukje terug te gaan en dan een klein beetje tegen de helling op te klimmen, daar is al min of meer een nieuw pad ontstaan. 
Afijn, die modder op de schoenen en mijn broekspijp droogt wel weer op, Paul heeft net vanmorgen gewassen, zal hij leuk vinden 😇. 
 
Vrijwel aan het eind van de route blijkt tegenwoordig een grind groeve te liggen. Ik denk dat ik bovenlangs kan lopen maar dat blijkt niet zo, er komt een man in een enorme shovel op me afrijden die me vraagt wat ik aan het doen ben. Ik geef aan dat ik de wandelroute volg. "Oh, dan moet je beneden langs, blijf een beetje aan de kant i.v.m. de vrachtwgens. Fijne wandeling nog". 
Even later bereik ik het kapelleje met mariabeeldje, waar Paul me al met de Fiat 500 staat op te wachten.  
 
Op naar de outlet, daar slagen we allebei. Paul voor een colbert, overhemd en overjas en ik een  warme en leuke piumino (donzen jas) ter vervanging van mijn donsjack die ik hier een paar jaar geleden heb gekocht, die valt ondertussen echt uit elkaar, soms komen de veertjes door de stof heen.

zondag 9 oktober 2016

Toiano la Brota

Hoewel het vandaag een rustdag is besluiten we om in de middag toch nog een kleine activiteit te doen. We hadden al langere tijd een bezoek aan het spookstadje Toiano (la Brota) op onze ToDo list staan. Dat ligt hier niet zo ver vandaan in de buurt van Palaia, waar het ook onderdeel van uitmaakt(e). Vorig jaar waren we al eens naar een verlaten tenuta geweest: Villa Saletta. Meer daarover kun je lezen in de blog Villa Saletta, la villa fantasma.
Toiano ligt aan het einde van een onverharde weg, de strada communale di Toiano. In het verleden hadden we al eens vaker de afslag naar Toiano genomen maar konden het niet vinden. Met de TomTom goed ingesteld rijden we er nu zo naar toe. Je moet wel een flink stuk over een onverharde weg maar die is goed te berijden. Met de gaten die hier in de provinciale wegen zitten merk je het verschil soms niet eens.
Ponte Periocolante (gevaarlijke brug)
We parkeren zo'n 300-400 meter voor de toegang tot het plaatsje. Aan de linkerkant voor het dorp ligt niog de begraafplaats waar de vroegere bewoners van het dorp begraven liggen. Om toegang te krijgen tot het dorp moeten we een oude brug over. Dat is ook de reden dat je met de auto niet verder mag, bij de brug staat een bordje "ponte pericolante" oftewel gevaarlijke brug. Het is geen goed idee om tegen de stenen muur van de brug te gaan hangen.

Het is nou ook weer niet zo dat de brug op instorten staat maar goed onderhouden is ie ook niet. De brug is ook een beetje overwoekerd.
De brug is wat overwoekerd

Veilig aan de andere kant van de brug aangekomen lopen we het vrijwel verlaten dorp in. Er is nog één kunstenaar die naar verluidt in het dorp woont maar zo te zien zijn er minstens twee huizen bewoond en is één huis in ieder geval weer van glas voorzien en wordt waarschijnlijk opgeknapt.
sommige huizen lijken bewoond of in ieder geval beter bewaard

De oorsprong van Toiano

De borgo Toiano bestond al in de middeleeuwen en had de vorm van een zogenaamde "Castello" waar je alleen via een brug in kon. Dat was natuurlijk handig als het dorp verdedigd moest worden, hetgeen in het verleden nogal eens het geval was. Zo stond Toiano eerst onder gezag van Lucca, werd daarna onder het domein van Pisa en werd uiteindelijk in 1362 veroverd door Florence. We kunnen dus wel constateren dat die brug niet heel erg veel heeft geholpen. In 1364 werd het plaatsje teruggegeven aan Pisa, echter niet nadat het eerst volledig was verwoest door de Florentijnen.

Vervallen huizen in Toiano

Overigens is dit niet de reden voor het verval dat we heden ten dagen zien want de inwoners bouwden het dorp opnieuw op en vanaf dat moment werd het "Toiano Nuovo" genoemd. Omdat het dorp weer was opgebouwd wilden de Florentijnen het wel weer hebben en in 1406 kwam het wederom onder gezag van Florence.

Tegenwoordig valt het plaatsje net als onze hele omgeving onder de provincie Pisa. Sinds geruime tijd zijn er plannen om in Italië provincies samen te voegen, dus wellicht dat het ooit nog eens onder Livorno zal vallen.

Het verval rond 1960

In de zestiger jaren van de vorige eeuw raakte Toiano in verval. De bewoners trokken weg en de huizen raakten steeds meer vervallen. Op internet zijn nog foto's te vinden van verlaten huizen waarin de vervallen huisraad nog staat en de boodschappen als het ware nog in de kast liggen maar de huizen waar ik nu in kon waren zo ver vervallen dat er vooral puin zichtbaar was. Enkele huizen zijn tegenwoordig met (hang) sloten afgesloten om te voorkomen dat ze betreden worden.

Het grootste deel van de huizen verkeerd in vervallen staat
 
De "beter" bewaard gebleven huizen zijn tegenwoordig met sloten beveiligd
Soms kan je zo naar binnen lopen


Sommige huizen waren helemaal dichtgegroeid met struikgewas, dorens en ander overtollig groen. Andere huizen kon je, heel voorzichtig natuurlijk, nog wel in.
Dat mocht ik eigenlijk niet van Paul want er was overtuigend bewijs dat er soms wel eens delen van plafonds instorten maar ik kon het toch niet nalaten om een paar huizen van binnen te fotograferen. Bovendien, Paul stond alweer aan de ander kant van de brug, te telefoneren....
Een beetje unheimisch is het wel, zo'n ingestort huis, maar ook heel interessant. Lopend door het dorp vraag je je af waarom en wanneer de bewoners het dorp verlaten hebben. Bij sommige woningen kreeg je het gevoel dat ze van de ene op de andere dag vertrokken zijn. Hier en daar trof ik nog een oud wasrek of een roestig stoeltje aan en ooit heeft iemand blijkbaar de moeite gedaan om nog wat luiken en dergelijke te verzamelen voor toekomstige renovatie.
Hier en daar zijn wel tekenen die er op wijzen dat het dorp op zijn minst door 1 persoon bewoond wordt. Zo heeft iemand de moeite genomen om bloembakken met geraniums te plaatsen. Op sommige huizen zaten ook vrij nieuwe sloten.


Deze eigenaar denkt zijn bouwval nog te kunnen verkopen.
weinig kans als je huis er van binnen zo uit ziet

Eén eigenaar is wel heel erg optimistisch over de huizenmarkt in Italië en denkt zijn totaal ingestorte woning, die door struikgewas is overwoekerd en waren de doornstruiken in de kamers groeien nog te kunnen verkopen. Er zit een bordje "Vendesi" (te koop) tussen de verroeste spijlen voor het venster waar al jaren geen glas meer in zit. De toegangspoort tot wat waarschijnlijk eens de schuur was is provisorisch met wat ineen gevlochten ijzerdraad afgesloten. Het houdt wellicht het binnendringen van mensen tegen, maar niet van planten, bomen en dieren.
Ik geef hem dan ook weinig kans in de huidige economische situatie waarin goed bewoonbare woningen in Italië nauwelijks te verkopen zijn, laat staan half ingestorte bouwvallen.

Detail van (deels) ingestort huis

Het verhaal van de mooie maar onfortuinlijke Elvira

Er zijn mensen die beweren dat 's nachts de geest van Elvira rondwaart in de bossen van de Purghe, één van de meest ruige en wilde streken hier in de buurt, tussen Palaia en Volterra. Zij zoekt gerechtigheid voor een brute misdaad die ongestraft bleef.

Elvira Orlandini was een meisje van 22, dochter van boeren uit Toiano. Tijdens de processie van "Corpus Domini" op 5 juni 1947 werd haar keel op brute wijze doorgesneden bij de waterput diep in de bosco di Botro della Lupa waar zij met een kan water ging halen. Familieleden vonden haar na een zoektocht van enkele uren, gelegen in een plas bloed. (of een "lago di sangue" zoals de Italiaanse krant zo mooi kan overdrijven). Halfnaakt, zonder ondergoed, maar de autopsie sloot een seksuele aanval uit en waarschijnlijk is zij pas was ontkleed nadat haar keel was doorgesneden.
In eerste instantie werd haar verloofde (Ugo Ancillotti) gearresteerd, een eveneens 22 jarige oorlogsveteraan. Het proces tegen de verdachte begon in 1949 in Pisa. Als gevolg van de grote media aandacht stonden er elke ochtend honderden belangstellenden in de Via Carmignani, naast het Teatro Verdi. Regelmatig braken er opstootjes uit tussen degenen die hem onschuldig achtten en degenen die van zijn schuld overtuigd waren. Omdat de rechters in Pisa onder die omstandigheden geen eerlijk proces konden garanderen werd het later overgebracht naar Florence. Ook daar verzamelden zich soms meer dan 2000 man en het proces was onderwerp van diverse illegale bookmakers praktijken.
Zo net na het aflopen van de oorlog werd dit verhaal van bloed en liefde opgezogen door het Italiaanse volk dat jarenlang van nieuws verstoken was gebleven. Hierdoor werd deze brute moord
in Toiano een nationaal evenement, gevolgd door de speciale gezanten van alle Italiaanse kranten die een bijna stenografisch verslag van de hoorzittingen publiceerden.
Het proces
eindigde met de vrijlating van de verloofde wegens gebrek aan bewijs. Overigens had hij toen al wel 2 jaar in de gevangenis gezeten.
Behalve de verloofde waren onder de verdachten ook een naast familielid van het slachtoffer en de zoon van een rijke Romeinse familie die haar intrek in Toiano had genomen. Tot op de dag van vandaag is het een mysterie wie de moord heeft gepleegd en waarom. Bij de Botro della Lupa is een gedenkzuil met een foto van de onfortuinlijke Elvira geplaatst.
Dat is een mooie missie voor een volgende vakantie, een bezoek aan de Botro della Lupa.

Terug naar het heden

Het is een vreemde gewaarwording om door zo'n verlaten dorp te lopen. Hier heerst de absolute stilte. De bewoners die er nog wel zijn hebben we niet gezien, alleen verwijzingen naar menselijke activiteit, bijvoorbeeld in de grote zakken kattenvoer die hier en daar lagen om de grote hoeveelheid katten die er rondlopen te voeren. De katten hebben er vrij spel in de huizen en kunnen overal in en uit lopen. Sommige huizen hebben daarvoor wel een flink soort kattenluik (zie hieronder).
Hier en daar hingen briefjes met het verzoek of bezoekers voer voor de katten willen achterlaten als ze het plaatsje bezoeken. Daar hadden wij natuurlijk geen rekening mee gehouden, bovendien, in Nederland kopen we soms al lekkere hapjes voor onze buurpoes Mista, hier mogen de Italianen voor hun eigen katten zorgen.
Dat er goed voor de katten wordt gezorgd blijkt wel uit het lekkere katten bedje dat hieronder is afgebeeld.


Toen ik terug liep heb ik nog even het kerkhof gefotografeerd. Kijk, dood gaan we allemaal, maar niet iedereen komt te liggen op een kerkhofje met zulk mooi uitzicht. Alleen daarvoor zou je als bewoner toch terugkeren naar het dorp.

Helaas lijkt de restauratie die volgens een groot bord had moeten plaatsvinden tussen 2011 en 2016 nooit voltooid te zijn. Ook hier sloeg de crisis (wederom) toe.

 









Pranzo, cena e tartufo

Deze dag staat in het teken van leuke kleine bergdorpjes in de provincie Siena en het grondgebied van Arezzo. Na het ontbijt, met lekkere zelfgemaakte torta, verlaten we Albergo 2 Mari en nemen we de raccordo richting Lucignano. Normaal gesproken zouden we kiezen voor kleinere wegen, maar door de regen is het landschap minder interessant. Dat wil zeggen, het landschap op zich is natuurlijk niet minder interessant, maar de zon brengt normaal gesproken wel het visueel aantrekkelijke in het landschap naar boven en dat ontbreekt vandaag dus even.
Gelukkig is de regen opgehouden op het moment dat we in Lucignano aankomen.
 

Lucignano

Lucignano in vogel perspectief
Lucignano is een middeleeuws dorpje dat nog volledig omringd is door de oude stadsmuur (gebouwd in opdracht van de overheersers in Siena, in de 14e eeuw). Het heeft een elliptisch grondplan en bestaat uit 3 of 4 concentrische straten (ellipsen) die steeds hoger liggen naar mate ze verder naar "binnen" in het plaatsje gelegen zijn. 
 
 
De meeste straatjes zijn smal, met uitzondering van de via Matteotti, waar de elegante renaissance paleizen aan gelegen zijn. Deze straat wordt dan ook wel de via ricca (de rijke straat) genoemd, in contrast met de via Roma (via povera, de arme straat) waaraan juist hele kleine, middeleeuwse huisjes liggen.  
Smalle steegjes leiden steeds naar de volgende ellips. Het hoogst gelegen deel bestaat uit pleinen en een aantal grote kerken, waaronder de San Francesco en de collegiata die San Michele Arcangelo. Bij onze rondgang (en rondgang, en rondgang 😄) heb ik trouwens zeker 5 of 6 verschillende kerken en kapellen gezien. Een behoorlijk devoot dorp dus, hoewel de meeste kerken dicht waren (ook op tijdstippen dat kerken in Italië meestal wel voor bezichtiging geopend zijn) en we regelmatig een briefje tegen kwamen dat de mis in de San Francesco plaatsvindt. 
 
   
Rondgang door Lucignano
 
De torre delle monache (de toren van de monniken) stond in de steigers. Volgens de plattegrond die we van het lokale VVV kregen vormde deze toren waarschijnlijk de kern van een tweede versterkte kern binnen het dorp.
Drie poorten (aanleg 1371) geven toegang tot het plaatsje: Porta di San Giovanni, Porta di San Giusto en de Porta Murata. Deze laatste poort heeft heel lang dichtgemetseld gezeten maar is onlangs weer open gemaakt en smaakvol gerestaureerd.
 
Al met al is het een heel sfeervol dorpje om een beetje rond te lopen. Jammer dat de zon niet scheen, want dan ziet alles er altijd wat vrolijker uit, maar in dit geval droegen de donker wolken wel bij aan het versterken van de middeleeuwse sfeer.
Jammer dat het de "Informazione" in de middelste ring ligt, bij de San Francesco. Ze hebben er namelijk informatieve plattegrondjes van het plaatsje met de belangrijkste gebouwen maar ik vermoed dat de meeste toeristen hier pas aanbelanden als ze al drie keer in het rond gelopen zijn. Wellicht moeten ze zich eens in de geest van de toerist verplaatsen.... En dan ook het VVV verplaatsen.
 
Op het plein voor de San Francesco zien we nog een noviteit. Vroeger liep Italië wat achter op het gebied van WiFi. Nu heeft elk dorp en elke bar of restaurant wel gratis WiFi. Dan is je telefoon dus zo leeg. Daar hebben ze hier iets op gevonden. Een paal op zonnecellen waar je je mobieltje kunt opladen, met diverse soorten stekkertjes eraan. We hebben hem niet uitgeprobeerd maar vonden het wel een geniaal idee.
 
   
Oplaadpaal op zonnecellen voor mobieltjes
 
 
Nadat we Lucignano verlaten, hebben we nog even tijd voor een kort bezoek aan Sinalunga, ook zo'n leuk dorpje op een heuveltop. Tsja, eigenlijk zijn al die dorpjes hier leuk en ze hebben allemaal ook zo'n prachtig uitzicht. 
 
Dan is het tijd om te vertrekken naar Bettolle, waar we hebben afgesproken in het restaurant van Walter Redaelli, voor een prima lunch met onze goede vriendin Sylvia van der Male. Sylvia woont en werkt sinds enkele jaren in Umbrië, in Castiglioncello del Lago, hier niet zo heel ver vandaan. Tip: voor wie eens een vakantie wil doorbrengen in Umbrië, kijk vooral even op de website van Villa in Umbria (www.villainumbria.com).
De lunch is inderdaad uitstekend en het is heel leuk elkaar weer even te zien. We praten over hoe het ons het afgelopen jaar is vergaan en ook de plannen van Sylvia om wijn te gaan importeren naar Nederland worden uitgebreid besproken en zelfs in een Vlog opgenomen. Binnenkort ook in Nederland: de Quotidiano, een prima rode wijn voor de zuinige Nederlander die toch een goede wijn uit het gebied rond Montepulciano wil drinken. Iets om naar uit te kijken.
 
[foto van ons drieën invoegen]
 
Na een uitgebreide lunch en een kleine fotoshoot buiten nemen we afscheid. Sylvia vertrekt over een paar dagen naar Nederland en wij een paar dagen later dus wellicht treffen we elkaar nog in 010.
 
Via kleine provinciale wegen rijden we door de Crete richting Giovanni d'Asso. Voor we daar naartoe rijden doen we echter eerst nog het plaatsje Montisi aan. Ook dit is weer zo'n leuk dorpje met smalle straatjes en hoge, middeleeuwse huizen en een prachtig uitzicht op het middeleeuwse landschap. Op een pleintje staat een oude Fiat 500 geparkeerd. Er bovenop zit een zwarte kat die ons sterk aan onze buurpoes doet denken. Toen we onze Fiat 500 pas hadden lagen de buurpoezen er ook graag op, lekker warm. 
 
Fiat cinquecento con gatta nera
 
Er is een agriturismo / bed & breakfast maar we kunnen geen pizzaria in het dorp vinden en na de uitgebreide lunch hebben we eigenlijk niet meer zo veel trek en lijkt een pizza en insalatone (een grote salade) een goede optie. 
 
[foto omgeving Montisi]
 

San Giovanni d'Asso

We besluiten daarom toch maar door te rijden naar San Giovanni d'Asso. Daar vinden we onderdak in de Osteria del Castello, de herberg van het Kasteel. Prachtige grote kamers met mooie houten balken plafonds. Vreselijk aardige eigenaren ook.
 
[foto van de hotelkamer]
 
De Osteria heeft een eigen restaurant dat gespecialiseerd is in gerechten met truffel. Tsja, San Giovanni d'Asso staat sowieso het bekend als het middelpunt van de witte truffel dus daar kunnen en willen we niet omheen. De eerste pizza van onze vakantie moet dus nog maar even wachten, bvendien, in Rotterdam kunnen we ook een prima pizza eten bij Da Gaetano, dus pizza heeft geen hoge prioriteit voor deze vakantie.
Ondanks de copieuze lunch doen we ons 's avonds dus nog maar een keer tegoed aan Mortadella met truffel, geserveerd met heerlijk luchtige fritelle en vervolgens heerlijke tagliolini met truffel en verse pici caccia e tartufo. Het geheel begeleid door een rode wijn (il vino della locanda, Avignonese) die niet uit de streek komt maar wel speciaal voor de eigenaar van het restaurant is gebotteld.
 
Voldaan keren we daarna naar de hotelkamer terug, een wandelingetje na het diner door het dorp zit er helaas niet meer in.  Moeten sowieso nog een keer teugkeren, want het truffelmuseum was al dicht bij aankomst en ook morgenochtend hebben we daar geen tijd voor. La prossima volta dan maar.
 
 

zaterdag 8 oktober 2016

Sodoma en de monniken

Het verbaast me altijd weer dat er 's ochtends nog een gaatje blijkt te zijn voor het ontbijt, ook als je de avond ervoor flink hebt gegeten. Gelukkig bestaat het ontbijt in San Giovanni d'Asso niet uit gerechten met truffel, dat zou wellicht toch een beetje teveel van het goede zijn, zelfs voor ons.
Wel lekkere huisgemaakte taart en cake bij het ontbijt en een prima cappuccino.
Nadat we afscheid hebben genomen van de aardige dame die het hotel runt gaan we via een fotogenieke route naar de Abazzia di Monte Oliveto Maggiore. De abdij zelf ligt ook zeker niet verkeerd, te midden van een bos bestaande uit cypressen, pijnbomen en eiken. Bij de abdij aangekomen parkeren we op de parkeerplaats (betaald; want waarschijnlijk gerund door de gemeente, toegang tot de abdij zelf is echter gratis) en lopen via een cypressenlaan naar de ingang van het klooster. 
Aan onze rechter hand zien we een soort groot, ommuurd, zwembad liggen. De monniken hebben blijkbaar hun eigen zwembad. Het slechte nieuws voor hen is dat het onderhouden lijkt te worden door Donati Piscine, de mede eigenaar en zembad leverancier / onderhoudsbedrijf van het zwembad in ons condominium. Het water ziet er in ieder geval net zo groen en vol algen en dode beesten uit als het zwembad in ons complex: "Deze jungle experience wordt mede mogelijk gemaakt door Donati Piscini, San Rufino, Lari."
De toegang tot het complex is afgeschermd door een hefbrug en een toren met een toegangspoort die is versierd met een schitterend terracotta tafereel uit de school van Luca en Andrea della Robbia. Wellicht ben ik een beetje bevooroordeeld want ik ben een enorme fan van de terracotta taferelen en beelden die de broers en hun leerlingen maakten.
Toegangspoort met terracotta tafereel van de della Robia's
Ook de achterkant van de poort is versierd met een terracotta paneel.
Achterzijde poort met terracotta paneel
Voor de abdij staat een wit beeld van Benedictus dat duidelijk van latere datum is. Ik vind het persoonlijk een beetje detoneren bij de rest van het complex. Als je zulke mooie terracotta figuren hebt ga je toch niet zo iets neerzetten...
Abazzia di Monte Oliveto Maggiore
De binnenkant van het abdij is echter heel mooi en wat de abdij des te interessanter maakt is dat het complex nog steeds in gebruik is. Zo af en toe zien we dan ook een monnik "in het wild" rondlopen en in de eetzaal (refectory) zijn de tafels al gedekt voor de lunch. Een monnik is bezig de laatste voorbereidingen te treffen. Ik vermoed dat ze een soort soep en pasta krijgen, als ik tenminste op de etensgeuren af ga. 

Kloostergang met meesterwerken van Sodoma en Luca Signorelli 

Met name de kloostergang (chiostro) die tegenwoordig gelukkig met glazen ramen is afgeschermd, is een artistieke belevenis. De muren zijn hier volledig bedekt met scenes uit het leven van Benedetto (Benedictus) di Tolomei van de hand van Luca Signorelli en Sodoma (Antonio Bazzi). Ondanks dat de fresco's eind 15e tot begin 16e eeuw zijn aangebracht zijn ze zo helder en levendig van kleur dat het lijkt om de kunstenaars pas onlangs zijn vertrokken.
Het enige dat de periode van schilderen verraadt is de kleding van diverse van de afgebeelde edelen en burgers. Kunstenaars schilderden namelijk in die tijd namelijk figuren doorgaans zoals ze ze om zich heen zagen en gaven hun objecten dus de kleding uit hun eigen tijd, ook als ze scenes afbeeldden die zich in eerdere perioden afspeelden.
Zo doen sommige van de figuren heel sterk aan Dante denken.
[foto's invoegen met "eigentijdse" kleding]
Sodoma nam de monniken die hem inhuurden om hun abdij te beschilderen soms ook, vrij letterlijk, bij de neus. Dit is onder meer zichtbaar in de grottesken die hij tussen de scenes schilderden en waar soms de meest bizarre figuren in voorkomen en soms zelfs ronduit schandelijke afbeeldingen. Waarschijnlijk geheel terecht ging hij er vanuit dat de monniken tussen al die prachtige scenes en grote figuren uit de verhalen over het leven van Benedictus toch niet op de kleine versieringen er tussen zouden letten. In één scene nam hij een verwijzing op naar het feit dat het nu toch wel tijd werd dat de monniken hem zouden gaan betalen voor het al geleverde werk en heeft hij de neus van de monnik die hem nog niet betaald heeft duidelijk heel erg fors en lang gemaakt.
[foto invoegen]
"Herders"hond met halsband met nagels
De fresco's zitten ook vol met gedetailleerde verwijzingen naar het dagelijks leven. Zo draagt de hond van een herder in één van de scenes waar Benedictus een aantal van zijn bewonderaars toespreekt een halband met stalen nagels. Deze scene speelt zich af in Umbrië waar in de tijd dat de fresco's werden geschilderd veel wolven rondzwierven. De wolven vielen als eerste de honden aan door ze de strot af te bijten zodat deze geen alarm konden slaan. Dat was de reden dat de honden die de kudde moesten bewaken dit soort halsbanden droegen. Dat maakte het toch een stuk minder aantrekkelijk voor de wolven om de hond "naar de strot te vliegen".
Detail met hondje
 
Sowieso waren de monniken en/of de kunstenaars blijkbaar liefhebbers van dieren want regelmatig zijn er honden, katten en dassen of andere dieren afgebeeld in de scenes. Wie ook verantwoordelijk was voor de afgebeelde dieren, de huidige monniken stellen het meenemen van dieren in het complex in ieder geval niet op prijs getuige bordjes bij de ingang.
Vechten als kat en hond
[foto van dassen en vechtende hond en kat]
Op één van de scenes heeft Sodoma ook een duidelijke verwijzing opgenomen naar Luca Signorelli, die ook verantwoordelijk was voor een deel van de fresco's, namelijk in de vorm van een jongeling in een wel zeer herkenbare pose voor werken van Signorelli.
Verwijzing naar Luca Signorelli
Een scene die ik zelf bijzonder vond is de scene waarin Benedictus in een droom verschijnt aan twee slapende monniken en hen opdracht geeft om een klooster in zijn naam te bouwen. Buiten het feit dat dit nou niet echt getuigd van de deemoedigheid waar dit soort ordes om bekend staan, geeft het fresco een paar aardige inkijkjes in het leven van de monniken.
Benedictus verschijnt in een droom aan twee monniken
De twee monniken slapen in één bed. Blijkbaar dromen ze ook synchroon. De houten klompen (waarschijnlijk patijnen, een soort overschoenen) liggen naast het bed. Aan een spijker hangt een sleutel. Is dit de sleutel van de toekomstige abdij? 
Benedictus "zweeft" als het ware boven het bed en houdt een schaalmodel van het huidige klooster omhoog terwijl hij er met zijn vinger naar wijst. "Zo moet het eruit gaan zien" lijkt hij te zeggen. Dat ze niet denken dat ze hem met een klein kerkje kunnen afschepen.
In een ander fragment van hetzelde fresco zien we ambachtslui aan het werk om de abdij te bouwen. Een metselaar legt de stenen met een troffel in zijn hand en twee mannen zijn bezig met hellebaarden in een soort specie te roeren. Een monnik houdt toezicht en een andere monnik controleert met een soort loodlijn of het muurtje wel recht staat.
[foto van (details uit) het fresco waarin Benedictus opdracht geeft om de abdij te bouwen]
Een laatste scene die het vermelden waard is, is die waar een aantal monniken probeert om Benedetto te vergiftigen. Weliswaar hadden veel volgers zich enthousiast aangesloten bij de orde, maar uiteindelijk vonden ze dat de regels die Benedictus had bedacht hen toch wel erg veel beperkingen oplegden. Een groep monniken (verwende adellijke jongelingen) wilde daarom eigenlijk wel van hem af. Ze vergiftigden zijn wijn. Benedictus zegende echter de wijn en het brood zoals hij altijd deed en door goddelijke interventie spatte het glas met de vergiftigde wijn uit elkaar.
[foto scene wijn]
Om 12 uur sluit het klooster en kunnen de monniken aan de lunch. Wij kijken nog even bij de begraafplaats waar de monniken liggen begraven en bij de grot (tegenwoordig een kapel) waar Benedictus jaren als kluizenaar doorbracht. Daarna is het tijd om verder te gaan maar niet alvorens een cafe gedronken te hebben.
De lunch nuttigen we in Buonconvento, een leuk, nog volledig ommuurd plaatsje aan de via Cassia. De slechtste lunch die we deze vakantie gehad hebben, ik noem de naam van het restaurant, Le Antiche Mura, alleen om er voor te waken dat we er nog eens terecht komen.
In het zonnetje rijden we via binnenwegen richting de abdij van San Galgano. Helaas trekt de lucht ongeveer een kwartier voor we daar aankomen helemaal dicht en op het moment dat we naar de abdij toe lopen gaat de hemelpoort open en komt er een enorme hoeveelheid water naar beneden. Wat onhandig als je een abdij gaat bezoeken waar geen dak meer op zit. Bovendien blijkt dat de abdij een uurtje (ja, dat kennen we hier in Italië, dat kan je dan al snel verdubbelen) gesloten is vanwege een bruiloft (matrimonio).
Volgens mij is het geen goed voorteken als de regen met bakken de lucht uit komt als je gaat trouwen in een abdij zonder dak. Daar heb je geen Etruskische of Romeinse  toekomst voorspellers voor nodig. Als ik het bruidspaar was zou ik er dus nog maar eens heel goed over nadenken.
Omdat het er niet naar uitziet dat het weer gaat opklaren rijden we maar terug naar Montecchio, via Casole in Chianti. Als we net voorbij Volterra zijn komt de zon er toch weer doorheen. Het lijkt wel of het landschap zachtjes wordt gestreeld door het zonlicht. Het ziet er prachtig uit met de herfsttinten, het goudgele licht dat over het landschap valt tussen de wolken door en dat schitterende lange schaduwen werpt. Heel anders dan in de zomermaanden als het felle zonlicht de aarde schroeit en gras en graan geel kleurt.
Na de uitgebreide lunches en diners van de afgelopen dagen besluiten we maar gewoon thuis te eten, met een licht kalfsschnitseltje dat door de slager ter plekke met de snijmachine wordt afgesneden, lekker met een beetje Marsala en met aardappeltjes met rozemarijn en knoflook uit de oven.
Het recept voor de aardappeltjes uit de oven is eenvoudig: 
aardappels schillen, in blokjes snijden en 10 minuten koken. Oven voorverwarmen. Ovenschaal invetten met olijfolie (ze moeten er niet in koken, net voldoende om niet aan te bakken) en aardappelen erin doen, (flink wat) knoflook tenen grof hakken, rozemarijn van takjes halen en met de knoflook over de aardappelen verdelen. Grof zeezout erover en minimaal 35 minuten in de oven tot de aardappels gaar en mooi bruin zijn.
Morgen maar weer eens een stukje wandelen, omdat het morgen zondag is hoort daar natuurlijk wel een pranzo di domenica (zondagslunch) bij. Robert, onze Ierse buurman heeft ons een restaurant aanbevolen. Het is nu een ruim jaar open maar wij zijn er door omstandigheden niet geweest. Het zal wel druk zijn op zondag dus we besluiten om maar even te reserveren. Paul zoekt het nummer op op zijn telefoon en ik bel op om vlotjes in mijn beste Italiaans een reservering te maken. genaar van het restaurant is goed te verstaan en de reservering is zo gedaan, morgen voor de zondagslunch. Paul is onder de indruk van het menu en van de professionele website van het restaurant: het ziet er goed uit en hij verheugt zich dus al weer op de lunch. Als je wilt weten hoe dat afloopt moet je wachten tot de blog van morgen...