dinsdag 11 juli 2017

De gelukkige olifant en de jaarlijkse terugkeer van de bloemetjes jurk

Dinsdag 11 juli
Als we de kamer uitkomen voor het ontbijt worden we al weer verwelkomd door Mery die in de ochtenduren in La Pineta is om samen met "la ragazza" het ontbijt te verzorgen en de kamers schoon te maken. Het ontbijt vindt plaats op de portico van het huis aan tafeltjes met mozaiek en smeedijzeren stoeltjes.

Na het ontbijt vertrekken we richting Monte Argentario, over de smalle dam die tussen de twee "Tomboli", de smalle landtongen die Argentario met het vaste land verbinden en de lagune vormen, door loopt en de toegang tot het voormalige eiland vormt.
Aan het begin van de dam zien we aan onze rechterhand de laatst overgebleven "Spaanse" windmolen in het water, een veel gefotografeerd object en icoon voor Orbetello. 



Aan het eind van de dam slaan we rechtsaf richting Porto Santo Stefano en na een paar kilometer vinden we de weg naar het convento dei Padri Passionisti die ons stijl omhoog via een aantal scherpe haarspeldbochten naar de bijzonder mooi gelegen abdij voeren. Het valt me op dat die monniken altijd wel de mooiste plekjes uitzochten om zich "terug te trekken" uit de wereld. Blijkbaar hielden ze hun blik niet alleen op god gericht.
We rijden nog even verder op weg naar het hoogste punt, de monte Telegrafo, vast zo geheten vanwege de enorme masten met schotelantennes die er staan.



Als we denken dat we het hoogste punt bereikt hebben blijken we bij het "Croce Monumentale" aangekomen te zijn, dat je overigens nauwelijks ziet omdat de reeds genoemde enorme stellage met schotels er voor staat.
Terwijl we er naartoe komen loopt een forse, mooi verzorgde bruine hond ons tegemoed. Geen waakhond, want hij is heel vriendelijk. Later als we met de auto de weg vervolgen naar het hoogste punt komen we hem weer tegen en hij rent achter de auto aan. We weten niet precies wat we er mee moeten, zou hij verdwaald zijn? Uit een auto gezet zijn of gewoon hier thuis horen? Hij ziet er niet als een zwerfhond uit, mooie glimmende, goedverzorgde vacht. We besluiten hem maar te laten lipen want voor je het weet neem je een hond mee die hier hoort en dan is het beest verder van huis.

Na de monte Telegrafo houdt de weg voor particulier verkeer op. Hier is overigens ook een soort electriciteits en communicatie station. We keren en komen onderweg de hond weer tegen. Deze lijkt duidelijk op weg naar het station waar we net vandaan gekomen zijn. Hij komt in ideder geval niet meer achter de auto aan renben dus hij zal wel weten waar hij naar op weg is.

Porto Santo Stefano: het Fortezza Spagnolo, ookwel la Rocca, is gesloten en gaat pas om 18:30 open. Zo geïnteresseerd zijn we nu ook weer niet in het Museo del Mare dus klauteren we via de stijle trapjes en steegjes weer naar beneden richting de oude en nieuwe haven. Beide nieuw trouwens ondanks de naam want het complete dorp werd tijdens WWII volledig plat gebombardeerd. Bij de haven gaan we lunchen in een leuk restaurantje op de pier.

Vanuit Porto Santo Stefano proberen we het hele eiland rond te rijden maar de Via Panoramica, de panoramische rondweg, gaat op een gegeven moment over in een onverharde weg waar net een auto op past, met aan de ene kant de berg en aan de andere kant een stijle afgrond. We rijden er een behoorlijk stuk overheen maar het wordt niet beter, in tegendeel, er komen steeds meer scherpe bochten en de weg wordt steeds slechter. We besluiten maar terug te keren en weer helemaal terug te gaan naar Porto Santo Stefano en daar de weg te vervolgen, de andere kant rond naar Port Ercole. Ik ben wel benieuwd hoe prins Bernhard dat indertijd deed want het schijnt dat hij graag in zijn groene Ferrari door de haarspeldbochten rond de Monte Argentario scheurde. Deze weg is funest voor je Ferrari kan ik je verzekeren, zlfs onze Punto zit regelmatig met de bodemplaat op de uitstekende keien.

Aangekomen in Porto Ercole checken we in in hotel Don Pedro, gelegen boven het plaatsje Ercole met uitzicht op de baai. Helaas geen uitzicht vanuit onze kamer want we hadden de laatst beschikbare kamer en konden dus niet kiezen. Trouwens, met deze hitte is het toch verstandiger om deuren en luiken gesloten te houden en de airco aan.



Voor we het plaatsje gaan verkennen en een restaurant gaan uitzoeken doen we eerst de Caravaggio route die ons langs een aantal interessante gebouwen leidt, o.a. de chiesa di sant'Erasmo. Ook is een flink deel van de oude muur en een ronde toren nog in tact. Boven de plaats ligt een fort (Fortezza Spagnolo) en aan de overkant het Fortezza Stella. Na onze wandeling lopen we richting haven voor een aperitivo aan het water en om alvast de locale restaurants te bekijken. 
Caravaggio kwam, nadat hij Rome had moeten verlaten toen hij bij een zwaardgevecht een man had gedood, via een verblijf in Napels en Malta uiteindelijk in Porto Ercole terecht. Lang verbleef hij er niet want bij aankomst werd hij ernstig ziek en na 2 dagen overleed hij in 1610, 38 jaar oud, in het xxx waarschijnlijk aan de gevolgen van Malaria, een ziekte die hier welig tierde. In 2010 werd zijn graf terug gevonden in Porto Ercole.
Helaas zijn er dus ook geen werken van Caravaggio (één van mijn favoriete schilders) in Porto Ercole.

Porto Ercole is ook de plaats waar de koninklijke familie jarenlang een villa had. Prins Bernhard kreeg de grond indertijd kado van Alessandro 'Tinti' Borghese en liet er de villa L'Elefante Felice (de gelukkige olifant) op bouwen. Jarenlang verbleef de familie er en er zijn ook foto's van prinses Beatrix en Prins Claus met hun kinderen die er hun zomervakantie doorbrachten. Overigens is dit niet het enige verblijf dat de Oranjes in Toscane bezaten want Beatrix bezit ook nog een buiten in Sambucca en at wel eens bij La Toppa, een niet al te luxe trattoria, waar wij ook een aantal keer gegeten hebben toen we in San Donato in Poggio verbleven in het huis van onze vrienden Jan en Jet.

In Porto Ercole ging de koninklijke familie naar verluidt graag eten bij het veel luxere Il Pellicano, nu een twee sterren michelin restaurant in een 6 sterren resort even buiten Porto Ercole.
Ik had dit restaurant ook op mijn lijstje staan maar vanmiddag kwamen we er per ongekluk terecht en het is toch wel een erg smalle, bochtige en stijle weg er naartoe en het wordt al om kwart over negen donker. Leuk als je een privé chauffeur hebt die je brengt maar als je zelf ook nog een wijntje wilt drinken bij je eten en dan terug moet rijden. Voor ons wordt het dus een lekker visje bij Il Gambero Rosso aan de haven.



Het verhaal gaat overigens dat Koningin (later Prinses) Juliana elk jaar dezelfde bloemetjes jurk in haar koffer stopte als ze naar L'Elefante Felice ging (of er een verzameling in de kast had hangen). De aankomst van de koninklijke familie werd dan in het dorp ook aangekondigd met de opmerking: "la gonna é arrivata", oftewel de jurk is gearriveerd.

Ik trek een lange broek aan vanwege de muggen en een lekker Italiaans blingbling T-shirt. Helaas wel een shirt met korte mouwen hetgeen achteraf niet zo handig blijkt want de muggen tieren welig. Gelukkig krijgen we een flacon anti muggen spray van de serveerster. Een groepje Chinezen is minder fortuinlijk, we zien ze de hele tijd om zich heen wapperen en op hun armen en benen meppen. Blijkbaar hebben de muggen vanavond besloten om Chinees te gaan eten.

Na ons diner met tonijn, zwaardvis en mazzancolle (grote garnalen) gaan we nog een ijsje bij een Gelateria Artigianale eten. Erg lekker maar we eten wel erg veel. Lig nu als een biggetje in mijn bedje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten