De dagen gaan nu ineens heel hard zoals eigenlijk altijd
tegen het eind van de vakantie. We hebben nog wel een paar gezellige dagen voor
de boeg, want vandaag komt “Sylviëtta”, onze vriendin, Sylvia van der Male.
Sylvia woont en werkt in Italië, als medewerker bij Villa in Umbria (http://www.villainumbria.com/). Ze woont
in Castiglione del Lago, waar we haar al eens zijn gaan opzoeken, zie vorige
blog: http://palazzottomontecchio.blogspot.nl/2015/07/lago-di-trasimeno.html.
Nu komt ze vandaag naar ons toe en vanzelfsprekend komt er
ook wat wijn mee, want sinds enige tijd probeert Sylvia ook de wijnen van Lucca
Gattavecchi aan de man te brengen, met name de Quotidiano wijn (http://www.quotidianowine.com/), maar ook de
vino nobile di Montepulciano.
Na de lunch vertrekt ze uit Florence, dus in de ochtend
luieren we nog wat rond in de tuin. Even lekker niet veel meer doen dan een
boek lezen. Ik had me voorgenomen om dit jaar 50 boeken te lezen maar mijn
boeken app (goodreader) vertelt me dat ik dan ook in de vakantie toch nog even
flink moet doorlezen. Ik moet zeggen, toen ik nog geen blogs schreef en thuis
geen Netflix had ging het lezen van die boeken toch iets sneller. Afijn, deze
ochtend schiet ik lekker op.
Na de lunch arriveert Sylvia dus met een doos Quotidiano
wijn in kofferbak en nog een cadeau verpakking met een Nobile di Montepulciano
en een lekkere fles spumante. De spumante gaat vanzelfsprekend direct in de
koelkast zodat is straks voor het aperitief lekker koud is.
Paul en Sylvia gaan met een fles Quotidiano bij Marco, onze
alimentari (Non solo pane) op bezoek, want natuurlijk moet Marco ook de wijn
proeven. Je weet maar nooit of hij de wijn ook in het assortiment wil opnemen,
hoewel ik het antwoord denk ik wel weet, want hier in Toscane is men nogal
chauvinistisch wat betreft hun eigen wijn en ik moet zeggen, niet geheel ten
onrechte want ze maken in de buurt diverse prima wijnen. Maar, niet geschoten
is altijd mis.
Zodra Paul en Sylvia terug zijn gaan we lekker afkoelen in het
zwembad. Natuurlijk moet er naast reclame voor wijn ook nog even reclame
gemaakt worden voor Museum Rotterdam, dus gaan de opblaasballen het zwembad en
wordt het dikke waterpret.
We hebben het zo naar ons zin in het zwembad dat we ook de
fles spumante maar naar het zwembad slepen voor het aperitief. Aldo heeft pech,
want die arriveert voor een duik wanneer de fles net leeg is. Om een uur of
half 7 is het tijd om te gaan omkleden want we vertrekken om kwart over 7 met
zijn allen richting Orciatico waar we gaan eten. We gaan met twee auto’s want
zowel de Punto als de Nissan van Aldo zijn te klein voor 6 personen, om van de
Smart van Monika maar te zwijgen.
Wanneer we vanaf Fabbrica via het smalle weggetje naar de
Era rijden zien we op de helling onder ons een “capriolo”, een damhert, naar
beneden rennen. We blijven even stil staan om naar het beest te kijken.
Aangekomen in Orciatico maken we eerst even een wandeling
door het plaatsje. Het is hier een prachtig uitzicht. Jaren geleden hadden onze
buurmannen hier een huis gehuurd voor de vakantie en volgens mij gingen ze
regelmatig eten in la Mangiatoia, het restaurant waar we nu gaan eten.
In de tussentijd heeft het geruime tijd leeg gestaan, maar
er is nu een nieuwe uitbater. Grappige is dat de nieuwe eigenaar Felice, de buschauffeur van de lijnbus Pontedera –
Fabbrica, is die regelmatig met zijn bus in Montecchio komt. Zijn vrouw Rita staat
in de keuken en zijn kinderen lopen in de bediening. Als hij niet op de bus zit
dan helpt hij in het weekend zelf ook mee. Vanavond komt hij ons dus hartelijk
begroeten. In overleg besluiten we om niet allemaal een apart gerecht uit te
zoeken maar twee grote schalen antipasti met kazen, worsten, crostini en “sottolio” (letterlijk vertaald onder
olie, maar eigenlijk zijn het in olie en zuur ingemaakte groenten) brengen.
Vervolgens komen er twee grote schalen pasta, Penne alla Boscaiola (met
paddenstoelen) en Penne met fior di
zucchini. Zalig, vooral die laatste. Eigenlijk waren we van plan om nog een tagliata (mooie plakje
biefstuk) als secondo te nemen maar iedereen is als een varkentje zo vol, dus
die laten we maar zitten. Wel volgt er nog voor iedereen een tiramisu en daarna
verschijnt als aardig gebaar van de eigenaar ook nog de fles limoncello op tafel. Wel zoet, maar
gelukkig ijskoud. Afijn, zoals Paul zegt, het maakt niet uit of je op de
Toscaanse wegen een slokje te veel op hebt want ze slingeren toch alle kanten
op.
Felice schuift zelf ook nog gezellig even aan en vertelt ons
dat hij voor september al hazen heeft besteld. We worden dus uitgenodigd om “lepre” te komen eten als we dan in
Toscane zijn. Eventueel kunnen we in oktober / november nog in de herkansing
want dan worden er enkele cinghiali
(wilde zwijnen) afgeleverd. Klinkt goed, dus ik denk dat we hier zo al en toe
nog wel eens terug komen.
Als we terug lopen naar de auto’s gaat Aldo er blijkbaar
vanuit dat we de weg zelf wel terug kunnen vinden. Onze auto staat wat
verderop, maar we hebben hem toch vrij snel weer in het vizier. Bij de afslag
richting de smalle weg naar Fabbrica gaat hij dit keer rechtdoor richting Peccioli,
een wat makkelijkere weg om in het donker te rijden. Paul durft het echter wel
aan en scheurt gewoon de heuvel op via de scherpe bochten. We zitten dan ook al
met een slaapmutsje in de tuin wanneer Aldo, Monika en Samuele arriveren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten